Goed slapen
Het fijnste is het, als je overdag goed wakker bent en ’s nachts goed slaapt. Dit mechanisme wordt aangestuurd door hormonen: de ‘verkeersregelaars’ van het lichaam. Bij activiteit spelen bijvoorbeeld cortisol en adrenaline een rol. Wordt het donker, dan maakt je lichaam melatonine aan. Dat helpt je om in slaap te vallen. Als het overdag donker is, kun je dus ook slaperiger worden. En andersom: als je in helder licht zit, is het lastiger om in slaap te vallen.
Vooral het ‘blauwe’ gedeelte van licht pikt je lichaam sterk op. Dat zit veel in het ochtendlicht, waardoor je wakker wordt als dat je kamer binnenschijnt. Maar ook tv-schermen, tablets, smartphones, ledlampen en halogeenlampen geven veel blauw licht. Dat betekent dat ’s avonds tv kijken, op je computer, tablet of smartphone actief zijn of zitten in een met ledlampen verlichte kamer ervoor zorgt dat je minder goed in slaap valt. ‘Minder goed’ kan in dit geval betekenen dat je wakker ligt, maar ook dat je licht blijft slapen en dus minder uitgerust wakker wordt. Heb je daar last van, dan kan het helpen om ’s avonds tijdig af te bouwen: lichten dimmen, tv uit, telefoon uit en de dag rustig afronden.