Tag archief: perfectionisme

Streven naar een tien

freeimage-8636059-webStel dat je de dingen graag goed doet. Heel goed zelfs. Een zesje of een zeventje is niet goed genoeg, een acht is redelijk, maar eigenlijk moet het een negen of een tien zijn. Dan loop je de kans dat je zoveel energie verliest op details, dat je bij die ene taak misschien net de negen haalt… maar dat je leven als geheel intussen nog maar een zes of een zeven krijgt. Want je raakt uit balans.

Dat is dus een mooie check om te doen: als ik hierbij naar een negen of een tien streef, gaat het totaalcijfer dat ik mijn leven kan geven dan ook omhoog? Zo niet, weet ik dan wel zeker dat ik niet beter kan gaan voor de zeven of de acht voor deze taak, zodat het totaalcijfer voor mijn leven goed kan blijven of kan worden?

Aan wie ligt het als het niet lukt?

Soms gaat er iets mis, of in ieder geval gaat het niet zoals je had gewild. Ook met je gewicht of je gezondheid kan dat het geval zijn. En soms gaat er iets juist goed: je haalt precies het resultaat dat je wilde. Of zelfs een nog beter resultaat.

In de psychologie wordt bestudeerd hoe wij onze successen en mislukkingen verklaren. Waardoor kwam het dat het lukte of niet lukte? Daar heeft iedereen zijn eigen logica voor. Globaal kun je twee uitgangspunten kiezen:

  1. Het kwam door mij.
  2. Het kwam door anderen of door omstandigheden

Het eerste wordt wel ‘interne attributie’ genoemd. Attributie betekent iets als ‘toekenning’. Je kent iets dus toe aan interne oorzaken: het kwam door jou zelf. Het tweede heet dan ook ‘externe attributie’: je kent het resultaat toe aan dingen die buiten jezelf liggen.

Stel dat iemand bijvoorbeeld geneigd is om alles aan omstandigheden te wijten (externe attributie) en zijn poging om af te slanken mislukt. Dan is zijn eerste neiging om te denken dat dat de schuld is van degene die het dieet bedacht heeft dat hij net gevolgd heeft. Dat was gewoon niet goed genoeg. Of zijn lichaam werkt tegen, of het kwam omdat anderen hem steeds lekkere dingen aanboden.

Stel dat zijn afslankpoging wel lukt, dan kan hij denken dat hij nu wel slank is, maar dat dat alleen komt door dat boek dat hij net heeft gelezen en niet door zijn eigen vermogen om goed met eten om te gaan.

Laten we nu eens kijken naar iemand die de oorzaken als eerste bij zichzelf zoekt (interne attributie). Als zijn afslankpoging mislukt, wijt hij dat bijvoorbeeld aan zijn eigen gebrek aan discipline. Lukt het wel, dan vindt hij dat hij het goed heeft volgehouden. Is dat niet veel beter? Ligt het niet altijd aan jezelf?

Ja en nee. Dingen hebben meestal niet één oorzaak, maar heel veel verschillende. Het is daarom prettig als je zowel oorzaken binnen jezelf als oorzaken buiten jezelf regelmatig overweegt. In ieder geval als je met iets worstelt wat belangrijk voor je is en wat je niet meteen opgelost krijgt. Lukt het niet, of niet goed genoeg? Misschien zijn er oorzaken die je nog niet had overzien. Het kunnen oorzaken zijn die binnen jou liggen, of buiten jou.

Ga eens na waar je meestal de oorzaak zoekt en overweeg of er aan de andere kant ook wat zit. Het kan zijn dat je aan je eigen discipline twijfelt, terwijl je lichaam ontregeld is en daarom om ongezond eten vraagt. Of je hebt het idee dat je partner je steeds van het goede pad afbrengt met allemaal lekkers, terwijl jij gewoon nog geen besluit hebt genomen dat stevig genoeg is om overeind te houden. Of nog iets heel anders.

Om een goede oplossing te vinden voor een probleem, heb je alle puzzelstukjes nodig. Daarnaast heb je vertrouwen nodig in je eigen kunnen. Zelfvertrouwen, ook op het gebied van eten en goed voor jezelf zorgen. Waar je dus in ieder geval alert op moet zijn, is dat je je successen vaak genoeg aan jezelf toeschrijft en mislukkingen ook wel eens aan omstandigheden of andere mensen.

Kerststress

Een (nogal oppervlakkig) onderzoekje opperde dat Britse vrouwen de tijd voor kerst erg stressvol vinden. Ze slapen er zelfs slechter van. Nu hoop en denk ik, dat Nederlanders iets nuchterder zijn rondom de kerst. Maar het kan wel zijn dat je meer mensen ziet, meer bezoek ontvangt of extra behoefte hebt om het gezellig te maken. De normen en verwachtingen die daarbij horen, kunnen stress veroorzaken.

Als je dat herkent, heb je het in deze tijd van het jaar waarschijnlijk druk genoeg. Met alles afmaken dat op je lijstje stond voor dit jaar, menu’s bedenken, cadeautjes regelen, kaarten versturen, het huis aan kant maken, enzovoort. Ik hou mijn tip dus kort. Daar komt ‘ie:

Een goed gevoel en mooie herinneringen krijg je niet door een perfect huis, een perfect diner of een perfect uiterlijk. Ze ontstaan door echt contact. Dat kun je krijgen door:

  • aandacht voor de mensen om je heen (wat houdt ze bezig, hoe gaat het met ze?)
  • aandacht voor je eigen lichaam en geest (wat heb je nodig om je fit en vrolijk te voelen?)
  • aandacht voor alles wat prettig is (een warm huis met mensen die je dierbaar zijn, iets gezonds en smaakvols om te eten, een goeie stoel om in te zitten, een hap frisse lucht, een bed dat klaarstaat als je moe bent…)

En de belangrijkste voorwaarden hiervoor zijn waarschijnlijk tijd en rust. Dus laat lekker tien steken vallen uit je perfecte schema of eindplaatje. Kijk om je heen, luister, proef en voel plezier.

Ik schiet tekort – dus ik moet nog meer doen!

boom_smallVeel mensen gaan (meer) eten als ze last van onrust hebben. En een belangrijke bron van onrust kan zijn, dat je teveel van jezelf verwacht.

Daarbij kan iets interessants gebeuren: wie merkt dat hij tekortschiet, wil dat ‘goedmaken’ door nog harder te werken. Hij voegt dus nog meer taken en verplichtingen toe. Alleen weet je dan zeker dat je het niet waar kunt maken. Je oude verwachtingen waren immers al te hoog, laat staan dat je nog meer kunt toevoegen. Zo bouw je almaar meer onrust op. En meer eetneigingen.

Eigenlijk creëer je op deze manier dus een onmogelijke situatie voor jezelf en maak jezelf wijs dat je enige oplossing is om het probleem nog erger te maken door nog hogere eisen te stellen…

Een alternatief: als je steeds je eigen normen niet haalt, doe dan even pas op de plaats. Merk op dat je onrustig bent en dat je strategie niet werkt. Kies je de belangrijkste dingen uit, maak je een haalbaar lijstje en geef je die dingen je volledige aandacht. Geef jezelf na elke taak die je afrondt even de tijd om plezier en tevredenheid te voelen.

Gebruik je maar de helft van je vermogens?

Afgelopen week had ik vrij genomen. We zijn niet weggegaan, maar hebben dingen gedaan waar we zin in hadden. Bij een paar restaurants gegeten in de buurt, naar het Kroller Muller museum, de stad in gegaan, naar de Efteling. (“Oh, heb jij kinderen dan?” “Eh… nee, ik verander zelf altijd in een kind als ik in de Efteling ben.”)

Wat heel fijn was aan de week, is dat mijn linker hersenhelft veel minder hoefde te doen dan normaal en mijn rechter hersenhelft meer ruimte kreeg. In gewone mensentaal: minder denken, redeneren en plannen. Meer ervaren en contact houden met jezelf en de omgeving. Als je het leuk vindt om een levendige uitleg te krijgen over de twee hersenhelften, kun je het filmpje hieronder een keer kijken. Het duurt ca. 18 minuten, net als de andere presentaties van TED.com.

Een paar voorbeelden.
1. Ik zat in een karretje van de attractie ‘Droomvlucht’ van de Efteling. We reden door het gangetjes met kleine lichtjes, voordat de echte acttractie kwam. Ik dacht niet zoveel en ik rook, zag en voelde veel meer details dan normaal.
2. We hebben de wekker niet gezet. De eerste dagen werd ik na negen uren slaap wakker, daarna was ik blijkbaar uitgerust en werd ik steeds exact na acht uren slaap wakker.
3. Ik had geen taken voor mezelf bedacht, maar de badkamer werd toch schoon omdat ik op een gegeven moment zin had om iets praktisch te doen.

Wij ‘westerlingen’ zijn erg gewend om alles te sturen met denken en plannen. We denken dat je dan meer voor elkaar krijgt. En onbewust denken we misschien ook dat er een moment komt dat alles klaar en onder controle is – en dat we dan gelukkig zullen zijn.

Intussen laten we de helft van onze capaciteiten liggen. In je lichaam huizen naast je verstand ook je gevoel en je intuitie. Die kunnen alle kennis uit je hoofd prachtig bij elkaar brengen en ervoor zorgen dat je nog slimmer wordt. Dat je beter weet wat belangrijk is en wat niet. En dat je de dingen doet waar jijzelf en andere mensen zich goed van gaan voelen. Met minder stress!

Een mooie kans dus.

Waarom je beter jezelf kunt zijn

Ernaar streven dat je alles kunt, heeft zo zijn nadelen. Proberen hetzelfde te zijn als anderen ook. Ik heb een mooi verhaaltje gevonden ter illustratie. Het heet ‘The animal school’ en is van een pedagoog die R.H. Reeves heet. Hier volgt mijn vertaling.

De Dierenschool – Dr. R.H. Reeves

Ooit besloten de dieren dat ze iets heldhaftigs moesten doen om de problemen van de moderne tijd aan te kunnen. Ze richtten eens school op. Op het programma stonden de activiteiten rennen, klimmen, zwemmen en vliegen. Om het administratief een beetje overzichtelijk te houden, moesten alle dieren alle vakken volgen.

De eend was uitmuntend in zwemmen, beter dan zijn docent zelfs, en haalde goede cijfers voor vliegen, maar hij was erg slecht in rennen. Omdat hij daarbij achterliep, moest hij nablijven en het vak zwemmen laten vallen om meer met rennen bezig te zijn. Hiermee gingen ze door totdat zijn zwemvliezen beschadigd waren en hij niet verder kwam dan ‘gemiddeld’ bij het zwemmen. Maar ‘gemiddeld’ was acceptabel voor de school, dus niemand maakte zich er zorgen over (behalve de eend).

Het konijn startte als beste van de klas met rennen, maar hij stortte in omdat hij zoveel moest bijleren bij het zwemmen.

De eekhoorn kon geweldig klimmen tot hij gefrustreerd raakte bij de vlieglessen, waar zijn docent hem op de grond liet starten in plaats van in de boom. Hij kreeg ook kramp in bepaalde spieren die overbelast raakten. Voor klimmen kreeg hij uiteindelijk een vijf en voor rennen een drie.

De arend was een probleemgeval, dat streng aangepakt moest worden. In de klimklas versloeg hij alle anderen op weg naar de top van de boom, maar hij hield almaar vast aan zijn eigen methode om daar te komen.

Aan het eind van het jaar kreeg een vreemdsoortige aal het beste rapport. Hij kon erg goed zwemmen en ook een beetje rennen, klimmen en vliegen.

De prairiehonden gingen niet naar de school en wilden ook geen belasting betalen, omdat de schoolleiding graven en begraven niet aan de lesstof wilden toevoegen. Ze vertrouwden het onderwijs van hun kinderen toe aan de das. Later vormden ze een succesvolle priveschool samen met de bosmarmotten en de stokstaartjes.