Tag archief: mindfulness

Luisteren naar je lichaam, hoe doe je dat?

Je kunt met je verstand vast aardig wat dingen bedenken die goed voor je zijn. Als je ook naar je lichaam luistert, krijg je aanwijzingen om dat goede gedrag op het juiste moment toe te passen. ‘Voldoende slapen is belangrijk’ (verstand) kun je dan bijvoorbeeld combineren met ‘ik voel me moe’ (signaal lichaam) en dan weet je dat je naar bed wilt.

Nu vinden veel mensen het niet meevallen om goed naar hun lichaam te luisteren. We zijn tegenwoordig meer getraind om met ons verstand bezig te zijn. Wil je beter naar je lichaam luisteren, dan kunnen de volgende drie stappen je van dienst zijn.

1. Merk een signaal op. Kies er regelmatig voor om heel even je voeten plat op de grond te zetten en te kijken of je iets nuttigs opmerkt.

2. Accepteer dat er iets is. Je lichaam (jij dus) heeft het recht om af en toe aandacht en verzorging te krijgen. ‘Nu even niet, ik ben bezig,’ kun je niet te vaak denken. Dan doe je jezelf tekort.

3. Zorg dat je krijgt wat je nodig hebt. Vooral bij de biologische basisbehoeftes van je lichaam is dit belangrijk: zuurstof, water, voedsel, slaap en aanraking. Maar als je je echt goed wilt voelen, zijn ook beweging en ontspanning belangrijk.

Word je echt goed in het herkennen van signalen van je lichaam, dan kun je zelfs geestelijke en emotionele behoeftes heel duidelijk gaan opmerken in je lijf. Een pijntje, een steek, een kriebeltje… Of tekenen dat er iets helemaal niet klopt aan de situatie waar je je in bevindt – of juist dat er iets goeds op je pad is gekomen. Je intuïtie huist immers ook in je lichaam.

Gaan alle drie de stappen meestal goed bij jou? Of zit er eentje bij die je de komende tijd meer aandacht wilt geven?

Uitglijders

Vrijdagavond ging ik met de auto ergens heen. Niet ideaal met de vrieskou en de gladheid, maar ja, ik vond het een belangrijke afspraak. De auto startte gelukkig, maar bij het wegrijden gleed ik al alle kanten uit. Ik reed dus op een slakkengangetje, hield het stuur krampachtig vast en dacht steeds: rustig aan, het is glad, het is glad!

Op de eerste rotonde slipte de achterkant van de auto een beetje weg en ik probeerde te bedenken wat ik ook alweer in de slipcursus had geleerd. Opperste concentratie en ik hield het stuur nog steeds in een ijzeren greep. De auto ging onrustig van links naar rechts. Ik reed inmiddels nog geen 15 km per uur.

En ineens dacht ik: wacht eens even. Ik weet toch wel beter?

Stevig zitten. Rustig ademhalen. Laat je lichaam het werk doen.

Ik zakte wat dieper in de stoel en liet mijn samengeknepen billen los. Ik voelde de auto waar ik in zat en ontspande. En direct hield het geglip en geschuif op. Mijn voeten en mijn handen stuurden automatisch bij waar nodig en ik kwam vrij gemakkelijk op mijn bestemming.

Mooi om te onthouden, want het werkt in de meeste situaties uitstekend:

Stevig zitten. Rustig ademhalen. Laat je lichaam het werk doen.

Moet je alles veranderen wat je niet bevalt?

Stel dat iemand vaak het gevoel heeft dat alles hem ‘overkomt’. Dan zullen er mensen zijn die hem vertellen dat je een eigen keuze hebt en dingen kunt beïnvloeden. In onze westerse samenleving is dat iets wat de meeste mensen sterk geloven: dingen zijn maakbaar. Als iets je niet bevalt, moet je je dus inspannen voor verbetering.

Nu kun je hier ook in doorschieten en alles wat je niet bevalt, meteen willen veranderen. Ruzie met iemand? Dat moet meteen uitgepraat. Een paar kilo erbij gekregen? Die moet je er direct weer afvechten. Je partner, kind of collega heeft rommel gemaakt? Dan moet hij dat gauw weer opruimen. Voel je je onrustig? Dat gevoel moet weg, dus je moet in actie komen. Enzovoort.

Heb je een ‘westers’ wereldbeeld, dan bestaat de kans dat je denkt: “Ja, dat is toch ook zo? Lijdzaam afwachten en je ergeren is toch ook niet goed?” Nee, waarschijnlijk word je daar niet gelukkig van. Maar er is ook een meer ‘oosterse’ insteek die je iets kan opleveren. Die gaat ervan uit dat dat je je moet ‘verhouden tot wat er is’. Wat je je hierbij zou kunnen voorstellen is: eerst accepteren dat er een bepaalde situatie is en kijken wat die situatie voor jou betekent. Het zou kunnen dat je ook in actie komt, maar wie weet ervaar je ook gewoon wat er gebeurt, zonder te sturen.

Het ene wereldbeeld is niet beter of slechter dan het andere. Wel kan het nuttig zijn om te beseffen dat jouw wereldbeeld niet het enige is dat er bestaat. Een voorbeeld. Persoon X vindt zichzelf te zwaar en gaat streng lijnen: hij eet weinig en beweegt veel. Dat zou moeten werken! Over een maand wil hij tien kilo kwijt zijn. Maar dat lukt om de een of andere reden niet. Hij valt in de eerste week twee kilo af, in de tweede week een kilo en daarna niets meer. Hij gaat ervan uit dat alles maakbaar is, dus gaat hij nog minder eten, een ander dieetboek kopen, vaker sporten – maar het blijkt weer niet te helpen. Hij raakt steeds gefrustreerder.

Stel nu dat hij het ‘oosterse’ wereldbeeld er eens bij haalt en eerst zijn frustratie eens goed laat doordringen. Hij vindt zichzelf te zwaar. Hij heeft er niet voor gekozen om te zwaar te worden en vindt het niet leuk. Waarschijnlijk heeft hij leefgewoontes die hiertoe geleid hebben. Hij weet niet zeker wat hij wel en niet goed doet. Hij beseft dat hij het idee heeft dat hij door zijn gewicht te weinig energie heeft en minder aantrekkelijk is. Dat vindt hij jammer. Hij zou graag ontspannen zijn en aantrekkelijk gezelschap. Dan beseft hij ineens dat het strenge lijnen van de afgelopen weken hem juist niet ontspannen en aantrekkelijk heeft gemaakt. Hij keek alleen maar naar calorieën en naar de weegschaal en had nauwelijks oprechte aandacht voor andere mensen.

Door niet meteen in actie te komen en even stil te staan bij de situatie, komen er dus allerlei nieuwe inzichten op. Het kan zijn dat je nu denkt: “Maar daarmee is het probleem toch niet opgelost!”
Dan zit je weer in het westerse wereldbeeld: er is een probleem en dat moet nu worden opgelost dus er moet actie komen.
Wie weet is het leuk om dat nog even los te laten en te kijken wat er gebeurt als je niet meteen in actie komt, maar wel met je aandacht bij het probleem blijft. Als je met je oude, oplossingsgerichte aanpak toch niet verder komt, wat heb je dan te verliezen? ;-)

Vermaak jij je nog een beetje?

Er was eens een (lange) tijd dat mensen de hele dag bezig waren om eten, water en een veilige schuilplaats te vinden. Tegenwoordig zijn die dingen gelukkig voorhanden voor de meeste mensen. Maar dat betekent dat we onze tijd nu aan andere dingen moeten besteden. Bijvoorbeeld aan werk, waarmee je geld verdient om je eten en je slaapplaats te kunnen behouden. En er zijn steeds meer dingen die we als eerste levensbehoefte beschouwen. Al zijn ze dat natuurlijk niet echt, want zonder gsm of televisieaansluiting kun je echt gewoon overleven. ;-)

Ter compensatie van al dat werk gaan mensen op zoek naar vermaak en plezier. Gek genoeg zorgt onze welvaart ervoor dat dat lastig kan worden. Ten eerste omdat we zoveel met ons hoofd werken, dat we dat hoofd moeilijk kunnen ‘uitzetten’ als we willen ontspannen. Maar ook omdat we zoveel mogelijkheden hebben, dat alles steeds minder bijzonder wordt. Hoe vind je nog een activiteit die je een nieuwe ervaring bezorgt, je verrast of je hardop laat lachen als je elke dag door heel Nederland reist, in verre landen op vakantie bent geweest, de wereldkeuken terugvindt in je supermarkt, via internet contact legt met wie je maar wilt, al zo vaak naar het theater of de film bent geweest en het wereldnieuws op tv hebt gezien?

De oplossing zit misschien wel in teruggaan naar eenvoudige dingen. Plezier zit meestal in kleine dingen, niet in grootse en meeslepende. Goed luisteren naar iemand bijvoorbeeld, je eten echt proeven of kijken naar details in gewone dingen.

Wanneer heb jij voor het laatst echt plezier gehad en waar kwam dat door? Je reactie is welkom hieronder; hij kan vast anderen inspireren!

Stomme klusjes

Wij doen vaak analyses voor mensen die niet goed in hun vel zitten, om te kijken wat de oorzaak is. Ik wil ter afsluiting van mijn week eens iets schrijven over een detail dat me daarbij steeds opvalt: bijna niemand heeft plezier in praktische klusjes.

De vaatwasser inruimen, stofzuigen, een schroef in de muur draaien, vuilniszak verwisselen, de wc schoonmaken, rondslingerende schoenen opruimen, overhemden strijken, oud papier wegbrengen… het lijken allemaal vervelende dingen te zijn. Ook als je naar de reclames kijkt trouwens. Blokjes voor in de wc die je niet eens met je handen hoeft aan te raken en die hem dan schoonbruisen, dat soort dingen worden voor ons bedacht.

Ik zit me af te vragen waarom die klusjes nou zo erg zijn. Ik denk niet dat mensen er tegenop zien omdat ze zo moeilijk zijn. Misschien is het wel dat ze een sluitpost zijn: heb je de hele dag gewerkt, aandacht besteed aan je gezin, familie, vrienden, collega’s, moet je ook nog praktische klusjes doen! Terwijl je daar helemaal geen energie meer voor hebt.

Als je dit herkent voor jezelf, heb ik twee tips. De eerste is: besef dat praktische klusjes ook energie en tijd vragen en maak niet al je energie voortijdig op. Bijvoorbeeld: aan het eind van je werkdag hoor je niet uitgeput te zijn. Je hebt nog een heel stuk dag te gaan.

De tweede tip sluit hierbij aan, vooral als je veel geestelijk werk verricht. Wat wil namelijk het geval: praktische klusjes doen lijkt helemaal niet op werken achter de computer of vergaderen. Dat betekent dat jouw computerhersenen en jouw vergaderhersenen uitstekend kunnen ontspannen tijdens een praktisch klusje! Veel beter dan tijdens tv kijken bijvoorbeeld.

Wat je dus kunt doen, is elke dag ruimte maken voor een praktische klusje en dat met je volle aandacht doen. Daar rust je van uit, het klusje is voor elkaar en… misschien is het nog leuker dan je dacht ook.

Zo, ik denk dat ik de computer maar eens uitzet en het bed ga verschonen. ;-)

Gebruik je maar de helft van je vermogens?

Afgelopen week had ik vrij genomen. We zijn niet weggegaan, maar hebben dingen gedaan waar we zin in hadden. Bij een paar restaurants gegeten in de buurt, naar het Kroller Muller museum, de stad in gegaan, naar de Efteling. (“Oh, heb jij kinderen dan?” “Eh… nee, ik verander zelf altijd in een kind als ik in de Efteling ben.”)

Wat heel fijn was aan de week, is dat mijn linker hersenhelft veel minder hoefde te doen dan normaal en mijn rechter hersenhelft meer ruimte kreeg. In gewone mensentaal: minder denken, redeneren en plannen. Meer ervaren en contact houden met jezelf en de omgeving. Als je het leuk vindt om een levendige uitleg te krijgen over de twee hersenhelften, kun je het filmpje hieronder een keer kijken. Het duurt ca. 18 minuten, net als de andere presentaties van TED.com.

Een paar voorbeelden.
1. Ik zat in een karretje van de attractie ‘Droomvlucht’ van de Efteling. We reden door het gangetjes met kleine lichtjes, voordat de echte acttractie kwam. Ik dacht niet zoveel en ik rook, zag en voelde veel meer details dan normaal.
2. We hebben de wekker niet gezet. De eerste dagen werd ik na negen uren slaap wakker, daarna was ik blijkbaar uitgerust en werd ik steeds exact na acht uren slaap wakker.
3. Ik had geen taken voor mezelf bedacht, maar de badkamer werd toch schoon omdat ik op een gegeven moment zin had om iets praktisch te doen.

Wij ‘westerlingen’ zijn erg gewend om alles te sturen met denken en plannen. We denken dat je dan meer voor elkaar krijgt. En onbewust denken we misschien ook dat er een moment komt dat alles klaar en onder controle is – en dat we dan gelukkig zullen zijn.

Intussen laten we de helft van onze capaciteiten liggen. In je lichaam huizen naast je verstand ook je gevoel en je intuitie. Die kunnen alle kennis uit je hoofd prachtig bij elkaar brengen en ervoor zorgen dat je nog slimmer wordt. Dat je beter weet wat belangrijk is en wat niet. En dat je de dingen doet waar jijzelf en andere mensen zich goed van gaan voelen. Met minder stress!

Een mooie kans dus.

Wat betekent ´Ik ben een Bourgondier´ nou precies?

Het gebeurt regelmatig dat iemand tegen me zegt: “Ik ben te zwaar omdat ik een Bourgondier ben.” “Wat is een Bourgondier?” vraag ik dan wel eens. Meestal vertellen ze dan dat een Bourgondier iemand is die erg houdt van lekker eten. En van wijn erbij. En van gezelligheid, die gepaard gaat met lekker eten en goede wijn.

Ik vind het geweldig als iemand houdt van lekker eten en goede wijn. Een van de doelen van onze begeleiding is dat mensen leren om oprecht te genieten van dingen. Wie niet kan genieten, kan volgens mij ook niet lekker in zijn vel zitten. Lang leve de Bourgondiers, zou je dus zeggen.

Maar wat nu met die Bourgondiers die te zwaar worden naar hun zin en vragen of ik ze kan helpen om dat op te lossen? Zij geven vaak als dilemma: ik wil niet stoppen met genieten, maar ook niet zo zwaar worden. En dan kom ik altijd met een stelling: van echt genieten word je helemaal niet te zwaar. Dus laten we eerst maar eens kijken wat dat ‘genieten’ bij jou nu inhoudt.

Wat blijkt meestal: de Bourgondiers zijn meestal niet aan het genieten van het eten of de wijn die ze proeven. Ze kijken op hun bord wat hun volgende hap wordt, of er nog iets in de pan zit, verheugen zich op de volgende gang of de fles die hierna open gaat. En tegelijkertijd zijn ze druk in gesprek met de mensen om hen heen, bijvoorbeeld over alles wat ze nog willen doen of over hoe lekker het eten is dat ze daar-en-daar hebben. Ze zijn veel bezig met genot dat nog komt en te weinig bezig met het genot dat ze nu kunnen ervaren. Dan raak je natuurlijk nooit verzadigd.

Er zijn twee illusies die een Bourgondier kan leren loslaten als hij wil blijven genieten, maar niet onnodig wil aankomen.
1. De illusie dat de smaak van eten of drinken heel lang lekker kan blijven. Als je echt proeft, zul je merken dat de smaak van iets – hoe lekker ook – na een aantal happen steeds minder intens wordt. Je raakt gewend aan de smaak en de geur. De enige manier om lang door te kunnen eten van iets, is je gevoel steeds meer uitschakelen. Dan merk je niet dat je maag overbelast raakt of dat de smaak weg is en kun je volhouden dat het prettig is om te blijven eten. En als je flink wat glazen wijn wegtikt, kun je het nog langer volhouden, want dan wordt je bewustzijn vertroebeld.
2. Overdadig eten en drinken is niet synoniem met gezelligheid en genieten. Waarschijnlijk weet je dat wel, want iedereen ervaart wel eens gezelligheid of genot in een situatie waar niet gegeten of gedronken wordt. Er is niets mis met gezellig samen eten en daarvan genieten. Maar denken dat het niet gezellig is zonder eten en drinken, maakt het leven waarschijnlijk moeilijker.

Als je illusies worden doorgeprikt, is dat trouwens helemaal niet leuk. Want stel dat je altijd gedacht hebt dat je ‘een Bourgondier’ bent en dat dat een extra leuk iemand is, die meer weet te genieten dan anderen. En dan komt er zo’n gezondheidscoach die gaat beredeneren dat je misschien helemaal niet meer geniet dan anderen. Als ik gelijk zou hebben, raak je misschien een deel van je identiteit kwijt, een deel van je houvast.

Ik geef in dat geval altijd het goede nieuws erbij. Dat is, dat je waarschijnlijk al weet dat genieten goed is. En als je bereid bent om echt te gaan proeven en jezelf niet meer voorhoudt dat veel gelijk is aan lekker, krijg je niet alleen meer plezier en genot. Je krijgt ook een slanker figuur. En wie weet zelfs wat onverwachte extra diepgang in de contacten met je tafelgenoten.

Onrust en eten

Er zijn veel mensen die zich regelmatig onrustig voelen en het idee hebben dat alleen iets zoets eten dan kan helpen. Zo’n ‘koolhydraatverslaving’ kan een lichamelijke oorzaak hebben, waarover ik op deze blog nog vaker dingen zal uitleggen. Maar de kans is ook groot dat je jezelf hebt aangeleerd dat je onrust en andere gevoelens maar beter kunt dempen. Omdat het vervelende gevoelens zijn en je het idee hebt dat ze ondraaglijk zijn.

Een hoop mensen gaan dan eten. Dat is jammer, want je eet niet om te genieten, maar om onrust te dempen. Echt voldoening geeft het dus niet. Terwijl je wel een hoop eten binnenkrijgt – waarschijnlijk niet het gezondste eten – met alle lichamelijke effecten die daarbij horen.

Bovendien gebeurt er nog iets: omdat je de vervelende gevoelens wegdrukt, kunnen ze jou niet vertellen wat er aan de hand is. Zo kun je de oorzaak van je onrust niet aanpakken… en hij blijft keer op keer terugkomen.

Onderstaand gedicht van de oosterse dichter Rumi vertelt op een mooie manier hoe je ook met ‘vervelende’ gevoelens om zou kunnen gaan.

De Herberg

Mens-zijn is een herberg
Elke dag komen er nieuwe gasten.

Vrolijkheid, somberheid, laagheid,
even een helder moment
als onverwachte bezoeker.

Verwelkom ze en bied allen een gastvrij onthaal!
Ook al zijn het een hoop zorgen
die jouw huis overhoop halen

behandel toch elke gast met respect.
Misschien ruimt hij bij je op
en maakt hij plaats voor iets anders, iets fijns.

De sombere gedachte, de schaamte, de boosaardigheid,
treed ze lachend bij de deur tegemoet
en nood hen binnen.

Wees dankbaar voor wie er komt,
want ieder van hen is gestuurd
als een gids uit het onbekende.

Rumi
(vertaler onbekend)

Meer lezen over omgaan met onrust? Kijk eens naar het boek Onrust en eten.