Tag archief: Geen categorie

Toch geen water drinken?

De afgelopen weken kwam ik een paar keer (nieuws)berichtjes tegen dat het advies om dagelijks water te drinken ter discussie gesteld was. Met andere woorden: ‘je moet je maar niet te druk maken als je weinig water drinkt en misschien is het zelfs slecht voor je om veel water te drinken’.

Omdat niet alle berichten duidelijk geformuleerd waren (omdat ‘er is iets geroepen maar er is geen nieuws’ nu eenmaal geen nieuws is), probeer ik even de logica weer terug te brengen in het verhaal.

  1. Als je meet hoeveel vocht wij gemiddeld kwijtraken op een dag (door plassen, zweten, uitademen) en hoeveel we binnenkrijgen (door vocht in voeding en in de lucht die we inademen), blijkt dat er 1,5 liter ontbreekt. Dat zou je dus moeten drinken op een dag om het evenwicht in stand te houden.
  2. Er lijkt geen bewijs te zijn dat extra veel water drinken goed is en zoveel water kan je lichaam ook belasten. Behalve als het warm is of je veel zweet natuurlijk, dan verlies je namelijk ook meer water.
  3. Er werd in de nieuwe berichten aangegeven dat de bedrijven die water verkopen je graag wijsmaken dat je flesjes water moet kopen en leegdrinken om gezond te blijven. In Nederland hebben we prima kraanwater, dus dat hoeft niet. Al die flesjes zijn nog slecht voor het milieu ook.
  4. Vocht uit andere dranken telt ook mee voor je anderhalve liter, behalve alcoholische drank (omdat het afbreken van alcohol veel water vraagt). Van koffie en zwarte thee wordt ook wel gezegd dat het minder effectief is, maar het effect is zeker niet nul.
  5. Een belangrijker argument om water te kiezen in plaats van fris, lightdrank, sap, koffie of thee zou kunnen zijn: als je lichaam dorst heeft, wil het water. Als je dat toch gaat wegklokken of gedachtenloos gaat opdrinken, waarom zou je er dan een smaakje bij moeten hebben? En misschien zelfs suikers of andere stofjes, waar je lichaam op dat moment niet om vraagt?
  6. Ga je iets anders drinken dan water, dan kun je wel andere goede redenen hebben dan dorst. Misschien bevat je drankje voedingsstoffen die je graag wilt binnenkrijgen. Of je hebt zin in precies die smaak. Dan wel goed proeven he, slokje voor slokje! En stoppen als je genoeg hebt. ;-)
  7. Water drinken als je honger hebt, is net zoiets als eten als je moe bent. Het vervult je echte behoefte niet en houdt je lichaam onrustig.

Een argument dat ook opduikt in de berichtgeving, is dat je ‘gewoon’ naar de behoeftes van je lichaam kunt luisteren en de aanbeveling van hoeveel je moet drinken, naast je neer kunt leggen. In beginsel vind ik dat een mooi uitgangspunt, want je lichaam kan vaak goed aangeven wat het nodig heeft. Dus zou je zeggen: drink als je dorst hebt.

MAAR! We zijn zoveel met ons hoofd bezig tegenwoordig, dat we vaak onze aandacht niet bij ons lichaam hebben. En als je iets voelt in je lichaam, is de vraag of je altijd weet te herkennen welke behoefte je nou voelt. Zo dronk ik in mijn tienertijd bijna nooit iets en ik voelde ook geen dorst. Ik had wel altijd hoofdpijn, maar dat verband zag ik niet. Wist ik veel. Toen ik regelmatig water ging drinken, was die hoofdpijn wel binnen de kortste keren weg!

Misschien is een goede richtlijn dus wel: als je veel aandacht hebt voor je lichaam en je behoeftes en ze goed weet te herkennen, ga dan gerust af op je dorstgevoel. Heb je dat niet, of twijfel je, mik dan op 1,5 liter water of kruidenthee per dag. Ander drinken meetellen mag ook, maar neem dat andere drinken alleen als het je wat extra’s oplevert. En als je veel zweet of het is erg warm, neem dan wat extra.

Een goed plan maken voor blijvend afvallen – waar let je op?

Alles lezen over afvallen, naar ieders advies luisteren en dan proberen alles tegelijk goed te doen, kost je waarschijnlijk heel veel inspanning. En vooral: je zou wel eens vast kunnen lopen. Wie weet helpen deze tips je:

1. Begin met een beetje realisme.
Ga na hoe lang je al met je gewicht worstelt en bedenk hoeveel tijd je nodig zult hebben om dat helemaal om te keren. Besef ook dat je niet alles tegelijk kunt veranderen. Geef jezelf toestemming om het stap voor stap aan te pakken en steeds meer plezier te krijgen in hoe je je ontwikkelt. Want je gaat je zeker ontwikkelen!

2. Kijk naar patronen, niet naar los gedrag.
Jezelf vertellen dat je altijd gezond moet eten, elke dag moet bewegen, steeds op tijd naar bed moet, nooit meer dan één glas wijn mag, altijd aardig moet zijn, zes glazen water moet drinken (enzovoort) levert een lange lijst met eisen op die je nooit allemaal tegelijk in de gaten kunt houden. En al die soorten gedrag hangen samen. Je kunt een dus iets revolutionairs doen: je aandacht verleggen naar patronen in je gedrag. Als je die verandert, verbeteren je gewoontes vanzelf mee. De patronen liggen vaak op een van deze gebieden:

1. Rust in je lichaam:

  • Basisbehoeftes – weet je die te herkennen en als je ze herkent, vervul je ze dan ook?
  • Inspanning en ontspanning – zijn die in balans, of krijg je teveel of te weinig?

2. Rust in je hoofd:

  • Tijd en energie – besteed je die aan belangrijke dingen of niet?
  • Omgaan met onrust – kun je die verdragen in plaats van hem weg te drukken (b.v. met eten)?

3. Begin bij het begin
Kies een logische volgorde: begin bij iets wat je gemakkelijk kan veranderen en wat je een basis geeft voor volgende stappen. Pak pas een volgende stap op, als je eerste stap je gemakkelijk afgaat.

4. Maak van je wensen concrete acties
“Ik wil mijn tijd voortaan aan belangrijke dingen besteden, zodat ik energie overhoud” is geen actie maar een wens. Bij zo’n wens horen acties: dingen die je nu meteen kunt gaan doen. Stel jezelf bij je wens of je besluit de vraag: “Wat zou ervoor nodig zijn om…?” In dit geval “… om mijn tijd aan belangrijke dingen te besteden”. En ga daar even goed op in voor jezelf, tot dat je concrete acties voor jezelf hebt gevonden.

 5. Houd je acties op orde.
Vaak ontstaat er een lange lijst acties als je bedenkt wat er nodig is om… (je tijd aan belangrijke dingen te besteden). Noteer die acties voor jezelf en kies er dan eentje uit (eventueel twee, als ze eenvoudig zijn) waar je mee begint. De actie die je nu oppakt, moet er een zijn die je heel haalbaar lijkt en die je ook iets op gaat leveren. Daardoor versterk je je zelfvertrouwen en je motivatie, zodat je een volgende actie van je lijstje kunt oppakken als die eerste gelukt is.

Het hoeft niet allemaal vandaag; het is de bedoeling dat je je hele leven bezig blijft je te ontwikkelen. Maar het zou wel mooi zijn als je nu meteen wilt beginnen! Dan weet je dat je een goed, concreet en haalbaar plan hebt bedacht.

Als laatste gekozen met gym

Stel dat je als gymdocent twee redelijk gelijkwaardige teams wilt maken van de leerlingen en dat je niet wilt dat daar eindeloze discussie over ontstaat. Dan is het een hele slimme oplossing als je twee mensen aanwijst die om de beurt een teamlid mogen kiezen. De snelste, sportiefste en sterkste kinderen worden dan als eerste gekozen en dan degenen die iets minder goed zijn en uiteindelijk degenen die eigenlijk niet zo bruikbaar zijn, maar die nog staan te wachten.

Voor de kinderen die altijd als laatste gekozen worden, kan dit wel hun beeld van zichzelf behoorlijk beinvloeden. Ik kan het weten, want ik was er zo eentje. ;-) Mijn klasgenoten hadden ook gelijk hoor, dat ze me als laatste kozen. Ik vond het eng als er een bal hard op me afkwam. Bij het volleyballen deed het pijn als de bal op mijn polsen klapte. En bij de Coopertest in de brugklas rende de gymleraar met me mee om me aan te moedigen zodat ik het eind haalde (“Kom op Meijke, hou vol, je bent al op de helft.” “Op de helft?!? Het wordt al zwart voor mijn ogen!”).

Mijn conclusie was duidelijk: ik ben niet sportief. Gelukkig was ik wel slim, dus had ik mijn verstand om op terug te vallen. En daar heb ik het prima mee gered. Alleen mis je wel wat als je niet zo op je lichaam vertrouwt. Sowieso ervaar je plezier en voldoening niet met je verstand, maar met je gevoel – en dat zit in je lichaam. Ik heb moeten leren om mijn lichaam weer ‘mee te laten doen’ zodat ik kon ontdekken wat ik eigenlijk leuk vond in het leven.

Wat ik bijvoorbeeld ontdekt heb, is dat ik het leuk vind om meteen het gras op te rennen als iemand zegt ‘zullen we voetballen’ (of volleyballen of tennissen of wat dan ook). Of om heel hard van een berg af te fietsen of te skieen, of van een duin af te rennen. Of over een hekje te springen, in een boom te klimmen of door het gras te rollen. Maar ik doe het eigenlijk nooit. Want wat zullen mensen wel niet denken. En ik kan struikelen of vallen en stel dat ze erachter komen dat ik geen bal weet te raken. Ik denk al zoveel jaren dat ik beter kan denken dan bewegen.

Ik doe wel dingen om hieraan te werken trouwens. Toch meedoen als mijn neefje of nichtje met de bal wil spelen bijvoorbeeld of van de een na laatste trede van de trap afspringen af en toe. Maar ik weet al een tijd dat ik eigenlijk een herkansing nodig heb: een soort gymlessen waar ik het niet fout kan doen. Waar niemand een team kiest en waar ik in mijn eigen tempo kan ontdekken dat mijn lichaam van alles kan. Want ik weet verstandelijk al lang dat ik best sportief ben, alleen ik voel het vertrouwen niet.

En het mooie is: die ‘gymlessen’ komen er! Ik heb een vriendin die ze prima kan geven en die snapt wat de bedoeling is. Ze gaat de lessen starten in Amsterdam onder de naam BodyConnect. Ik stond als eerste aangemeld, dat snap je.