Tag archief: falen

Hoe werkt jezelf verbeteren?

grafiekje leerproces‘Beter ergens in worden’ verloopt nooit in een rechte lijn omhoog. Het is meestal zoals in het grafiekje: je begint te leren, dan ontstaat een hoop chaos en dan eindig je op een hoger niveau. Twee voorbeelden uit mijn eigen ervaring:

1. Telkens als ik van iemand anders zangles of koordirectie kreeg en nieuwe dingen leerde, kwam er vrij snel een moment dat ik helemaal niet meer kon zingen. Ik kreeg allerlei noten er niet normaal meer uit. De nieuwe technieken lukten nog niet en de oude werkten niet meer. Pas een tijdje daarna leek het weer ergens op. Sterker nog: dan kon ik beter zingen dan voorheen.

2. Mijn zoontje van bijna twee kon een paar letters nog niet uitspreken. De laatste die moeilijk ging, was de v- of f-klank. Sinds een paar dagen heeft hij gevonden waar hij ongeveer moet zitten en zegt hij heel plechtig woorden als ‘druiwwwen’. Maar nu is hij weer andere letters kwijt. Eerst was pappa ‘bogen’ in plaats van ‘boven’. Nu is pappa ineens ‘koven’. Over een paar dagen of weken komt er waarschijnlijk pas ‘boven’ uit.

Kortom: als je nieuwe dingen leert, werken vaak je oude methodes niet meer zoals voorheen. Dat geldt ook bij het aanleren van goede en gezonde gewoontes. Misschien krijg je ineens honger op andere momenten of verandert je energieniveau of je smaak of nog iets anders. Je nieuwe gewoontes zijn nog niet ‘af’ en niet ingesleten en de oude passen niet meer… Dat is normaal! Laat je niet ontmoedigen, blijf nieuwsgierig naar jezelf en naar hoe het werkt. Besef dat je iets nieuws aan het leren en aan het oefenen bent.

Doelen stellen

Er is een belangrijke reden waarom mensen liever geen duidelijke doelen stellen: als je een duidelijk doel stelt, is het ook duidelijk als je het niet haalt. Een doel stellen en ervoor gaan, vraagt dus veel moed. Maar als je geen doel kiest, kom je waarschijnlijk niet verder. Dat geldt ook voor afvallen.

Wat is jouw echte doel, de reden waarom je wilt afvallen? Wat wil je meer dan wat dan ook? Ben je bereid je daarvoor volledig in te zetten, zelfs als het moeilijk wordt?

Aan wie ligt het als het niet lukt?

Soms gaat er iets mis, of in ieder geval gaat het niet zoals je had gewild. Ook met je gewicht of je gezondheid kan dat het geval zijn. En soms gaat er iets juist goed: je haalt precies het resultaat dat je wilde. Of zelfs een nog beter resultaat.

In de psychologie wordt bestudeerd hoe wij onze successen en mislukkingen verklaren. Waardoor kwam het dat het lukte of niet lukte? Daar heeft iedereen zijn eigen logica voor. Globaal kun je twee uitgangspunten kiezen:

  1. Het kwam door mij.
  2. Het kwam door anderen of door omstandigheden

Het eerste wordt wel ‘interne attributie’ genoemd. Attributie betekent iets als ‘toekenning’. Je kent iets dus toe aan interne oorzaken: het kwam door jou zelf. Het tweede heet dan ook ‘externe attributie’: je kent het resultaat toe aan dingen die buiten jezelf liggen.

Stel dat iemand bijvoorbeeld geneigd is om alles aan omstandigheden te wijten (externe attributie) en zijn poging om af te slanken mislukt. Dan is zijn eerste neiging om te denken dat dat de schuld is van degene die het dieet bedacht heeft dat hij net gevolgd heeft. Dat was gewoon niet goed genoeg. Of zijn lichaam werkt tegen, of het kwam omdat anderen hem steeds lekkere dingen aanboden.

Stel dat zijn afslankpoging wel lukt, dan kan hij denken dat hij nu wel slank is, maar dat dat alleen komt door dat boek dat hij net heeft gelezen en niet door zijn eigen vermogen om goed met eten om te gaan.

Laten we nu eens kijken naar iemand die de oorzaken als eerste bij zichzelf zoekt (interne attributie). Als zijn afslankpoging mislukt, wijt hij dat bijvoorbeeld aan zijn eigen gebrek aan discipline. Lukt het wel, dan vindt hij dat hij het goed heeft volgehouden. Is dat niet veel beter? Ligt het niet altijd aan jezelf?

Ja en nee. Dingen hebben meestal niet één oorzaak, maar heel veel verschillende. Het is daarom prettig als je zowel oorzaken binnen jezelf als oorzaken buiten jezelf regelmatig overweegt. In ieder geval als je met iets worstelt wat belangrijk voor je is en wat je niet meteen opgelost krijgt. Lukt het niet, of niet goed genoeg? Misschien zijn er oorzaken die je nog niet had overzien. Het kunnen oorzaken zijn die binnen jou liggen, of buiten jou.

Ga eens na waar je meestal de oorzaak zoekt en overweeg of er aan de andere kant ook wat zit. Het kan zijn dat je aan je eigen discipline twijfelt, terwijl je lichaam ontregeld is en daarom om ongezond eten vraagt. Of je hebt het idee dat je partner je steeds van het goede pad afbrengt met allemaal lekkers, terwijl jij gewoon nog geen besluit hebt genomen dat stevig genoeg is om overeind te houden. Of nog iets heel anders.

Om een goede oplossing te vinden voor een probleem, heb je alle puzzelstukjes nodig. Daarnaast heb je vertrouwen nodig in je eigen kunnen. Zelfvertrouwen, ook op het gebied van eten en goed voor jezelf zorgen. Waar je dus in ieder geval alert op moet zijn, is dat je je successen vaak genoeg aan jezelf toeschrijft en mislukkingen ook wel eens aan omstandigheden of andere mensen.

Meer resultaat met minder moeite

afvallen dieet afslanken lijnen hormonen hormoonfactorMisschien heb je wel eens gehoord van de 80/20 regel. Die houdt in dat je vaak met 20% van je energie 80% van je resultaat haalt. Daarna kun je nog heel veel extra energie eraan besteden om je resultaat van 80% naar 100% te brengen, maar de vraag is of je dat wilt! Je zou immers ook al die energie aan iets anders kunnen besteden. Of hem kunnen bewaren voor leuke dingen.

Een praktisch voorbeeld. Stel dat je hebt gehoord dat koolhydraten slecht zijn en dat je die niet moet eten. Dat is een hype op het moment en er zijn allerlei eiwitrijke en koolhydraatarme diëten in omloop. Als je die probeert te volgen, wordt je leven waarschijnlijk best ingewikkeld. We zijn nu eenmaal een land van broodeters en brood is een koolhydraatproduct.

Stel nu dat iemand die Roos heet, de 80/20 regel loslaat op dit onderwerp. Roos wil gezond eten op een manier die ze goed kan volhouden en daarbij gebruik maken van het idee dat je minder koolhydraten kunt eten en meer eiwitten. De koolhydraten met de grootste negatieve effecten op je gewicht en gezondheid zijn de snelle suikers. Dus in plaats van alle koolhydraten uit haar eten te bannen, wat erg bewerkelijk is, kiest ze bij haar maaltijden zo vaak mogelijk volkoren producten en dingen zonder suiker erin.

Daarnaast merkt ze op dat haar lunch een maaltijd is met veel koolhydraten en weinig eiwitten. Na zo’n lunch wordt ze vaak suf en ze heeft snel weer trek. Ze besluit haar boterham met hagelslag weg te laten en daarvoor in de plaats een bakje yoghurt met muesli en noten te eten en wat extra rauwkost. Daar blijkt ze zich prima bij te voelen.

Grote kans dat Roos hierdoor minstens zoveel resultaat haalt (ook bij het afvallen) als wanneer ze een strikt koolhydraatarm dieet was gaan volgen. Ze heeft namelijk ook minder stress omdat ze nergens dingen hoeft af te slaan ‘omdat ze die niet mag’ en niet met shakes en maaltijdrepen in de weer hoeft. En zonder stress val je veel beter af. Nog afgezien van de energie die je overhoudt, waardoor bewegen ook makkelijker is. Al met al is deze aanpak veel makkelijker vol te houden, dus haar resultaten zijn ook blijvend.

Heb je zelf ook een hele lijst met dingen die je wilt doen of laten om af te vallen? Kies daar eens een of twee dingen uit die het meest effectief zijn en laat de rest voorlopig zitten. Daarmee maak je de kans groter dat je je focus kunt houden en je verspilt geen energie. Uiteindelijk is je doel om rust te krijgen in je lichaam en je hoofd, niet om overbelast te raken door al je plannen om jezelf te verbeteren.

Moet je alles veranderen wat je niet bevalt?

Stel dat iemand vaak het gevoel heeft dat alles hem ‘overkomt’. Dan zullen er mensen zijn die hem vertellen dat je een eigen keuze hebt en dingen kunt beïnvloeden. In onze westerse samenleving is dat iets wat de meeste mensen sterk geloven: dingen zijn maakbaar. Als iets je niet bevalt, moet je je dus inspannen voor verbetering.

Nu kun je hier ook in doorschieten en alles wat je niet bevalt, meteen willen veranderen. Ruzie met iemand? Dat moet meteen uitgepraat. Een paar kilo erbij gekregen? Die moet je er direct weer afvechten. Je partner, kind of collega heeft rommel gemaakt? Dan moet hij dat gauw weer opruimen. Voel je je onrustig? Dat gevoel moet weg, dus je moet in actie komen. Enzovoort.

Heb je een ‘westers’ wereldbeeld, dan bestaat de kans dat je denkt: “Ja, dat is toch ook zo? Lijdzaam afwachten en je ergeren is toch ook niet goed?” Nee, waarschijnlijk word je daar niet gelukkig van. Maar er is ook een meer ‘oosterse’ insteek die je iets kan opleveren. Die gaat ervan uit dat dat je je moet ‘verhouden tot wat er is’. Wat je je hierbij zou kunnen voorstellen is: eerst accepteren dat er een bepaalde situatie is en kijken wat die situatie voor jou betekent. Het zou kunnen dat je ook in actie komt, maar wie weet ervaar je ook gewoon wat er gebeurt, zonder te sturen.

Het ene wereldbeeld is niet beter of slechter dan het andere. Wel kan het nuttig zijn om te beseffen dat jouw wereldbeeld niet het enige is dat er bestaat. Een voorbeeld. Persoon X vindt zichzelf te zwaar en gaat streng lijnen: hij eet weinig en beweegt veel. Dat zou moeten werken! Over een maand wil hij tien kilo kwijt zijn. Maar dat lukt om de een of andere reden niet. Hij valt in de eerste week twee kilo af, in de tweede week een kilo en daarna niets meer. Hij gaat ervan uit dat alles maakbaar is, dus gaat hij nog minder eten, een ander dieetboek kopen, vaker sporten – maar het blijkt weer niet te helpen. Hij raakt steeds gefrustreerder.

Stel nu dat hij het ‘oosterse’ wereldbeeld er eens bij haalt en eerst zijn frustratie eens goed laat doordringen. Hij vindt zichzelf te zwaar. Hij heeft er niet voor gekozen om te zwaar te worden en vindt het niet leuk. Waarschijnlijk heeft hij leefgewoontes die hiertoe geleid hebben. Hij weet niet zeker wat hij wel en niet goed doet. Hij beseft dat hij het idee heeft dat hij door zijn gewicht te weinig energie heeft en minder aantrekkelijk is. Dat vindt hij jammer. Hij zou graag ontspannen zijn en aantrekkelijk gezelschap. Dan beseft hij ineens dat het strenge lijnen van de afgelopen weken hem juist niet ontspannen en aantrekkelijk heeft gemaakt. Hij keek alleen maar naar calorieën en naar de weegschaal en had nauwelijks oprechte aandacht voor andere mensen.

Door niet meteen in actie te komen en even stil te staan bij de situatie, komen er dus allerlei nieuwe inzichten op. Het kan zijn dat je nu denkt: “Maar daarmee is het probleem toch niet opgelost!”
Dan zit je weer in het westerse wereldbeeld: er is een probleem en dat moet nu worden opgelost dus er moet actie komen.
Wie weet is het leuk om dat nog even los te laten en te kijken wat er gebeurt als je niet meteen in actie komt, maar wel met je aandacht bij het probleem blijft. Als je met je oude, oplossingsgerichte aanpak toch niet verder komt, wat heb je dan te verliezen? ;-)

Morgen is pas morgen

Hoi Frans,

Wat een vrolijk liedje heb je gemaakt. En wat zullen veel mensen zich in de tekst herkennen!

Het lijkt net alsof het heel logisch is wat je zingt – en eerlijk gezegd geef ik je groot gelijk dat je vandaag niet wilt stoppen met de dingen waar je zo van houdt. Maar eh… ik zou daar morgen ook niet mee stoppen, als ik jou was. Want het doel van gezond leven is toch niet om je te vervelen en ongelukkig te zijn?

Misschien hebben jij en alle mensen die dit dilemma herkennen iets aan deze tip: ga nooit aan de slag met voornemens waarbij je jezelf iets verbiedt. Nooit. Want als je dat doet, hou je het toch nooit vol. En als je het opgeeft, verlies je weer een beetje vertrouwen in jezelf. Dat is zonde.

Dus begin je lijstje met voornemens inderdaad maar met:
– leven
– feest vieren
– dansen
– meiden versieren
– uitgaan

En bedenk er een paar dingen bij die goed voor je zouden zijn en die je eigenlijk ook best te doen vindt. Misschien zit hier iets bij:
– eten als je honger hebt (in plaats van pas uren later, zodat je lichaam onrustig is geworden en je daardoor gaat schransen en meer vet vasthoudt)
– van tevoren regelen dat het iets goeds is, wat je te eten krijgt (zodat je honger ook echt weggaat)
– elke dag acht uur aan een stuk slapen
– af en toe een stukkie lopen, bijvoorbeeld met een vriend of vriendin om bij te kletsen
– regelmatig een glas water drinken
– even pauze nemen als je moe bent en dan iets heel anders gaan doen

Je kunt eenvoudig testen of je voornemens goed zijn: als je er morgen pas mee wilt beginnen en vandaag nog niet, dan zie je het blijkbaar niet zitten en is je voornemen niet goed.

En… één ding tegelijk he! Nieuwe gewoontes erbij leren kost inderdaad tijd, dus het is goed dat je daarop voorbereid bent. En je bent ook nog bereid om steun van je vrienden te vragen. Ik heb er daardoor alle vertrouwen in dat je het voor elkaar krijgt en nog lang kunt leven en feesten en zingen in de kroeg. Veel plezier.

Groeten,
Meijke

Mogelijkheden en beperkingen

Wij mensen willen het liefst dat we op elk moment van de dag en in elke fase van ons leven alles aankunnen. Alle taken die op ons pad komen, alle confrontaties, alle leuke dingen…
Gelukkig kunnen we helemaal niet alles altijd aan. Het zou enorm saai worden als iedereen altijd alles kon, want dan was niets ooit nog bijzonder.

Maar wat nu als je jezelf blijft voorhouden dat je alles moet aankunnen? Dan ga je tegen een aantal dingen aanlopen. Bijvoorbeeld dat de energie van mensen wisselt door de dag heen. Dat is gewoon door hormonen geregeld; je hebt een dagritme. Verwacht je op elk moment van de dag piekprestaties van jezelf, dan ontregel je je lichaam en put je jezelf uit. Het gevolg: je kunt steeds minder hebben (wat je dan weer helemaal niet kunt hebben van jezelf :-) ).

Verder veranderen er dingen in een mensenleven. Misschien verhuis je naar een plaats waar je nog niet zo goed de weg weet of weinig mensen kent. Je krijgt een kindje. Je gaat een studie doen. Er vallen mensen weg, je ontmoet nieuwe mensen. Misschien word je wel ziek of moet je herstellen van ziekte. Je wordt ouder, waardoor je lichaam en geest langzaam veranderen. Van jezelf verwachten dat je onder al die omstandigheden alle ‘oude’ dingen blijft kunnen (en liefst nog een beetje meer!), zorgt ervoor dat je jezelf overvraagt. Je verliest waarschijnlijk je plezier en je voldoening in de dingen die je doet.

En waarom eigenlijk? Omdat je denkt dat je niet goed genoeg bent als je iets niet doet of niet goed kan? Of omdat andere mensen je dan niet aardig meer zullen vinden? De leukste en indrukwekkendste mensen, zijn degenen die hun eigen zwaktes accepteren en er goed mee om kunnen gaan. Ook leuk voor anderen: kunnen die ook eens iets voor jou doen, wat je zelf niet kan. Dat geeft hen trots en voldoening, zeker als jij er dankbaar voor bent (in plaats van bezig te zijn met je eigen gevoel van tekortschieten).

Apport!


Ik heb een kat die apporteert. Normaal doen honden dat: je gooit een bal weg en dan gaan ze hem halen en leggen hem naast je neer. Onze andere kat apporteert niet. De meeste katten doen het volgens mij niet. Yoki wel.

Het gaat als volgt: ik zit te werken aan mijn bureau en dan hoor ik wat geschuifel onder mijn stoel. Ik kijk naar beneden en dan ligt er een grijs speelmuisje naast mijn stoel. Dan kijk ik achterom en dan zie ik in de gang, bovenaan de trap, Yoki liggen die me verwachtingsvol aanstaart. Ik gooi vanaf mijn werkplek het muisje met een boog van de trap af en zie Yoki zich er achteraan storten. Een halve minuut later ligt het muisje weer naast mijn stoel en is het de bedoeling dat ik het nog een keer gooi.

Ze houdt dit rustig een half uur vol. Niet mijn meest productieve half uur van de dag, maar ik kan tussendoor best een blogtekst typen ofzo. :-) Nu moet ik het muisje weer even gooien, moment…

Wat hier nou zo leuk aan is, is dat het laat zien dat een levend wezen patronen kan aanleren. Yoki heeft eens een muisje naast mij neergelegd en toen gooide ik het weg. Dat was leuk, dus legde ze het weer naast me neer. En het is voor haar ook helemaal geen vraag of ik het weer ga gooien, ze gaat gewoon klaarliggen naast de trap. Zie daar een apporterende kat.

Bij mensen werkt het net zo. Stel bijvoorbeeld dat je gewend bent om direct na het eten op een bepaalde plek op de bank te gaan zitten en de tv aan te doen. Als je dat zes dagen doet, dan denk je er op de zevende dag niet meer bij na. Je zit al op de bank en hebt de afstandsbediening al in je hand voordat je een besluit hebt genomen over wat je die avond wilt doen.

Als ik Yoki’s muisje niet meer gooi, zal ze dat heel jammer vinden. Haar spelletje is weg, wat nu? Waarschijnlijk gaat ze na een tijdje ronddrentelen in een plant hangen of in de gordijnen om mijn aandacht te trekken. En dan gooi ik toch het muisje maar weer…

Ook dit werkt bij mensen net zo. Als jij op die bank gaat zitten en je mag de tv niet aanzetten omdat je dat beter vindt voor jezelf, dan kun je daar behoorlijk onrustig van worden. Je hebt nog geen andere gewoontes en bovendien: waarom moet je leven zo ingewikkeld zijn? Waarom zou je niet gewoon die tv weer aanzetten? Op een gegeven moment heb je daar genoeg van en dan is de kans groot dat je inderdaad de tv weer aanzet.

Stel nu dat er een moment komt dat ik geen muisjes meer wil gooien. Dan is er een slimmere stap om te zetten: de situatie veranderen. Bijvoorbeeld ergens anders gaan zitten, schoon water in het bakje van de katten gaan doen of een ander speeltje neerleggen ergens in het huis en daar de aandacht op vestigen. Zo lang ik op dezelfde plek in huis zit in dezelfde houding, komt Yoki haar muisje brengen. Als ik er niet zit, doet ze dat niet.

Kortom: als je een gewoonte wilt veranderen bij jezelf, verander dan ook iets in de rest van je patroon. Ga aan de andere kant van de bank zitten. Verplaats spullen. Doe dingen in een andere volgorde. Als je alles hetzelfde blijft doen, is het heel lastig om dat ene ding te veranderen. Verstoor je automatismes, dan lukt het veel beter. Handig om te weten als je goede voornemens hebt…

Levenslessen zitten niet altijd in een klein hoekje

Gisteren was Marleen jarig. En Marleen is degene van de uitspraak ‘Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen’, dus die verzint altijd iets leuks om haar verjaardag te vieren. Deze keer gingen we met zijn twintigen lasergamen.

Ik had dat nog nooit gedaan. Voor degenen die het ook nog nooit gedaan hebben: bij lasergamen zijn er twee teams. Je krijgt een soort harnasje met lichtjes in de kleur van jouw team. Beide teams gaan een ruimte in waar het vrij donker is, met allerlei gangen en nissen. Als je op de lampjes van een tegenstander weet te schieten, krijg je punten. Schiet een tegenstander raak op jou, dan verlies je punten en krijgt de tegenstander punten.

Nu zijn er drie emoties die mensen moeilijk kunnen vinden: boosheid, verdriet en angst. De ene emotie vind je waarschijnlijk lastiger dan de andere. Bij mij is angst de vervelendste. Ik kan er dus helemaal niet tegen op opgejaagd te worden. :-) Maar… ik hou ook van spelletjes. Bij het binnengaan van de donkere ruimte had ik dus het hoogste adrenalineniveau van het afgelopen jaar, maar ik vond het wel leuk.

Mijn uitgangspunt was dat ik niet geraakt moest worden. Dus ik verstopte me zo goed mogelijk achter wandjes en probeerde vanuit mijn schuilplaats tegenstanders te raken. Dat ging niet onaardig, vond ik zelf. Na 20 minuten was het spel afgelopen en gingen we terug naar de startruimte. Het bleek dat ik vijftig punten had! Hoera!

Alleen bleek de winnaar er 6275 te hebben. Oeps. Ik was drie na laatste en mijn team had jammerlijk verloren. :-)
Toen keek ik naar de overzichtjes van wie er hoevaak raak had geschoten en wie er hoe vaak was geschoten, en ik kwam tot een interessante conclusie: geschoten worden kostte wel punten, maar raak schieten leverde veel meer punten op!

Gelukkig kwam er nog een tweede spel. Ik ben de donkere ruimte ingerend met het voornemen om overal gewoon op af te stormen en te gaan schieten, zonder enige strategie (had ik al verteld dat ik a. nachtblind ben en b. geen enkel richtingsgevoel heb?). Daar heb ik me twintig minuten uitstekend mee vermaakt. Ik ben talloze keren geraakt en heb me daar niets van aangetrokken.

Het spel werd er niet alleen maar leuker van, maar bij de uitslag bleek ook dat ik tweede was geworden met 4075 punten.

Waarop ik, drijfnat van het zweet en buiten adem maar weer eens een oude levensles bevestigd zag:
Als je je gewoon in de strijd gooit en initiatief neemt, levert dat vaak veel meer op dan als je afwachtend in een hoekje gaat zitten en voorzichtig bent. Je wordt wat vaker geraakt, maar meestal overleef je dat gewoon. En het wordt er in ieder geval leuker van.

P.S. Ik kan lasergamen of iets anders actiefs doen op een verjaardag erg aanbevelen. En je hoeft die dag ook niet meer naar de sportschool. Bij thuiskomst was ik weer een beetje opgedroogd, maar al mijn kleren zitten nu in de was. :-)

Kijk naar het punt waar je heen wilt

Toen ik een jaar of zes naar Amsterdam verhuisde, verkocht ik mijn auto. Ik ging daardoor minder autorijden en daardoor reed ik ook wat minder ´vast´. Ik lette steeds op de auto en de weg vlak voor me. Zeker in Amsterdam, waar elk moment een auto, fietser of wandelaar tevoorschijn kan komen.

Gelukkig kreeg ik toen een tip van iemand die naast me in de auto zat: focus op het punt waar je heen wilt. En dat had een magische uitwerking! Ik ging rustiger en stabieler rijden. Het leek alsof mijn ogen, spieren en hersenen vanzelf gingen samenwerken om de auto te besturen.

Ik gebruik de tip nog steeds, ook bij het fietsen bijvoorbeeld. Als ik door een smalle ruimte moet tussen twee auto’s, verleg ik mijn focus naar het punt waar ik heen wil en dan stuur ik er moeiteloos tussendoor.

En ik ben nog altijd verbaasd dat ik de truc niet zelf kon bedenken destijds. Bij alles wat je wilt bereiken helpt het immers om te weten waar je precies naartoe wilt. Kijken waar je nu bent en wat er allemaal mis kan gaan, werkt averechts. Dan nemen angst en ergernis het over. Als je bedenkt wat je wel wilt, wordt het direct een stuk makkelijker en gaan je lichaam, je hersenen en je gevoel je ernaartoe sturen.

1 2