Tag archief: doorzetten

Doe ook iets praktisch

Om blijvend af te vallen, zul je iets moeten veranderen aan je gewoontes. Dat betekent: jezelf beter leren kennen, goed nadenken over hoe je het wilt hebben, je verder ontwikkelen.

Terwijl je daarmee bezig bent, is het echter ook goed om een aantal praktische acties te kiezen, die meteen resultaat opleveren. De Amerikaanse psycholoog Leonard Martin legde uit dat onze voorouders altijd taken hadden met een praktisch resultaat. Daar doen we het voor. Alleen beloond worden in de toekomst vinden we niet fijn. Je loopt het risico dat je je motivatie verliest als je weken- of maandenlang hard aan jezelf werkt, zonder dat je concreet resultaat ziet.

Dus: kies ook een actie die meteen zichtbaar of voelbaar effect heeft. Op je uiterlijk bijvoorbeeld (doe spieroefeningen, koop een kledingstuk waarin je figuur goed uitkomt of ga rechter op lopen…) of je energie (ga twee keer per week op tijd naar bed, kies voor een ontbijt waar je energie van krijgt…). En werk intussen verder aan jezelf, zodat je telkens weer verder komt en je resultaat behoudt.

Kriebel

Ik heb een muggenbult. Hij kriebelt enorm. Ik weet dat ik beter niet kan krabben, want dan wordt hij groter en wordt de kriebel erger. Maar ik moet er echt aan krabben, want de jeuk is niet te harden.

(krabkrab)

Hè, dat lucht op. Pffft.

Oh, nu begint hij alweer te kriebelen. Nog een keer krabben!
Hm, nou is hij rood en opgezwollen en wordt het alleen maar erger. Ik had beter niet kunnen krabben. Stom.

Aaarggghhh. Nog maar eens krabben?

– – – – –

Het belangrijkste zinnetje in het voorgaande stukje is misschien wel: “ik moet er echt aan krabben, want de jeuk is niet te harden”. Daarmee zei ik tegen mezelf: ik heb geen keuze.

Hetzelfde doen mensen vaak als ze zin hebben in eten/snoepen als ze geen honger hebben. Ze vertellen zichzelf dat de onrust die ze voelen ondraaglijk is. En zo voelt het ook! Maar dat je geen keuze hebt, dat de onrust sterker is dan jij – dat is niet waar. De vergelijking met de muggenbult gaat heel goed op. Denk er maar eens over na.

(De online les over onrust anders opvangen gaat hier trouwens verder op in.)

Uitstelgedrag

Mensen hebben allerlei redenen om iets uit te stellen, wat ze eigenlijk gewoon willen doen. Een belangrijke reden kan zijn dat je bang bent dat het niet lukt. Een voorbeeld: zo lang je niet begonnen bent met goed voor jezelf zorgen, is het logisch dat je niet afvalt. Maar als je wel begonnen bent en je valt niet meteen af, kan dat voor paniek zorgen. Dus lijkt niet beginnen soms veiliger.

Het is heel nuttig om bij uitstelgedrag na te gaan wat de reden is om nog niet aan de slag te gaan. Wil je dit echt doen? Of wil je het diep in je hart niet? En als je het wel wilt, denk je dan dat je het kunt? Als je aan dat laatste twijfelt, heb je misschien wel nieuwe informatie, nieuwe vaardigheden of ondersteuning nodig.

Blijf je lang in je uitstelgedrag hangen zonder het nader te bekijken, dan loop je de kans dat je zelfvertrouwen steeds kleiner wordt. Nu heb je niets veranderd en je hebt er ook nog het etiket ‘uitsteller’ bij gekregen. Daar zul je niet trots van worden. Van een kleine stap vooruit wel!

Mogelijkheden en beperkingen

Wij mensen willen het liefst dat we op elk moment van de dag en in elke fase van ons leven alles aankunnen. Alle taken die op ons pad komen, alle confrontaties, alle leuke dingen…
Gelukkig kunnen we helemaal niet alles altijd aan. Het zou enorm saai worden als iedereen altijd alles kon, want dan was niets ooit nog bijzonder.

Maar wat nu als je jezelf blijft voorhouden dat je alles moet aankunnen? Dan ga je tegen een aantal dingen aanlopen. Bijvoorbeeld dat de energie van mensen wisselt door de dag heen. Dat is gewoon door hormonen geregeld; je hebt een dagritme. Verwacht je op elk moment van de dag piekprestaties van jezelf, dan ontregel je je lichaam en put je jezelf uit. Het gevolg: je kunt steeds minder hebben (wat je dan weer helemaal niet kunt hebben van jezelf :-) ).

Verder veranderen er dingen in een mensenleven. Misschien verhuis je naar een plaats waar je nog niet zo goed de weg weet of weinig mensen kent. Je krijgt een kindje. Je gaat een studie doen. Er vallen mensen weg, je ontmoet nieuwe mensen. Misschien word je wel ziek of moet je herstellen van ziekte. Je wordt ouder, waardoor je lichaam en geest langzaam veranderen. Van jezelf verwachten dat je onder al die omstandigheden alle ‘oude’ dingen blijft kunnen (en liefst nog een beetje meer!), zorgt ervoor dat je jezelf overvraagt. Je verliest waarschijnlijk je plezier en je voldoening in de dingen die je doet.

En waarom eigenlijk? Omdat je denkt dat je niet goed genoeg bent als je iets niet doet of niet goed kan? Of omdat andere mensen je dan niet aardig meer zullen vinden? De leukste en indrukwekkendste mensen, zijn degenen die hun eigen zwaktes accepteren en er goed mee om kunnen gaan. Ook leuk voor anderen: kunnen die ook eens iets voor jou doen, wat je zelf niet kan. Dat geeft hen trots en voldoening, zeker als jij er dankbaar voor bent (in plaats van bezig te zijn met je eigen gevoel van tekortschieten).

Hardnekkige gewoontes

Een vriend van mij vertelde een tijdje geleden dat hij in Engeland was geweest. Hij had daar ook auto gereden. De eerste keren dat hij naar een andere versnelling wilde schakelen, had hij keihard met zijn rechterhand tegen de autodeur geslagen. Want als je links rijdt in een Engelse auto, zit je aan de andere kant en dan moet je dus met links schakelen! Je moet vooral niet je rechterhand automatisch opzij bewegen, want daar zit een autodeur.

Ik vond het wel een goed verhaal. En een leuk voorbeeld van hoeveel automatische handelingen wij mensen in ons systeem hebben zitten. Als je die wilt veranderen, moet je oefenen. Soms heel lang oefenen! Dat hou je beter vol als je goed weet waar je het voor doet. Wat levert je nieuwe gedrag je op? Als dat de moeite waard is, is het bijna leuk om er stevig voor te moeten oefenen en een beetje af te zien. Dat geeft het leven kleur.

Apport!


Ik heb een kat die apporteert. Normaal doen honden dat: je gooit een bal weg en dan gaan ze hem halen en leggen hem naast je neer. Onze andere kat apporteert niet. De meeste katten doen het volgens mij niet. Yoki wel.

Het gaat als volgt: ik zit te werken aan mijn bureau en dan hoor ik wat geschuifel onder mijn stoel. Ik kijk naar beneden en dan ligt er een grijs speelmuisje naast mijn stoel. Dan kijk ik achterom en dan zie ik in de gang, bovenaan de trap, Yoki liggen die me verwachtingsvol aanstaart. Ik gooi vanaf mijn werkplek het muisje met een boog van de trap af en zie Yoki zich er achteraan storten. Een halve minuut later ligt het muisje weer naast mijn stoel en is het de bedoeling dat ik het nog een keer gooi.

Ze houdt dit rustig een half uur vol. Niet mijn meest productieve half uur van de dag, maar ik kan tussendoor best een blogtekst typen ofzo. :-) Nu moet ik het muisje weer even gooien, moment…

Wat hier nou zo leuk aan is, is dat het laat zien dat een levend wezen patronen kan aanleren. Yoki heeft eens een muisje naast mij neergelegd en toen gooide ik het weg. Dat was leuk, dus legde ze het weer naast me neer. En het is voor haar ook helemaal geen vraag of ik het weer ga gooien, ze gaat gewoon klaarliggen naast de trap. Zie daar een apporterende kat.

Bij mensen werkt het net zo. Stel bijvoorbeeld dat je gewend bent om direct na het eten op een bepaalde plek op de bank te gaan zitten en de tv aan te doen. Als je dat zes dagen doet, dan denk je er op de zevende dag niet meer bij na. Je zit al op de bank en hebt de afstandsbediening al in je hand voordat je een besluit hebt genomen over wat je die avond wilt doen.

Als ik Yoki’s muisje niet meer gooi, zal ze dat heel jammer vinden. Haar spelletje is weg, wat nu? Waarschijnlijk gaat ze na een tijdje ronddrentelen in een plant hangen of in de gordijnen om mijn aandacht te trekken. En dan gooi ik toch het muisje maar weer…

Ook dit werkt bij mensen net zo. Als jij op die bank gaat zitten en je mag de tv niet aanzetten omdat je dat beter vindt voor jezelf, dan kun je daar behoorlijk onrustig van worden. Je hebt nog geen andere gewoontes en bovendien: waarom moet je leven zo ingewikkeld zijn? Waarom zou je niet gewoon die tv weer aanzetten? Op een gegeven moment heb je daar genoeg van en dan is de kans groot dat je inderdaad de tv weer aanzet.

Stel nu dat er een moment komt dat ik geen muisjes meer wil gooien. Dan is er een slimmere stap om te zetten: de situatie veranderen. Bijvoorbeeld ergens anders gaan zitten, schoon water in het bakje van de katten gaan doen of een ander speeltje neerleggen ergens in het huis en daar de aandacht op vestigen. Zo lang ik op dezelfde plek in huis zit in dezelfde houding, komt Yoki haar muisje brengen. Als ik er niet zit, doet ze dat niet.

Kortom: als je een gewoonte wilt veranderen bij jezelf, verander dan ook iets in de rest van je patroon. Ga aan de andere kant van de bank zitten. Verplaats spullen. Doe dingen in een andere volgorde. Als je alles hetzelfde blijft doen, is het heel lastig om dat ene ding te veranderen. Verstoor je automatismes, dan lukt het veel beter. Handig om te weten als je goede voornemens hebt…

Voor als je nog niet afvalt

Onderstaand bericht kreeg ik van een van onze (oud)deelnemers. Ze wilde graag de mensen een hart onder de riem steken die besloten hebben om goed voor zichzelf te zorgen, maar dan niet direct gewicht verliezen. Mocht dat je demotiveren, dan kan Merel je misschien weer op de been helpen!

– – – –

Hoi allemaal,

Bij deze wil ik als oud-deelnemer mijn ervaringen delen. Dit bericht is vooral gericht aan andere ‘langzame starters’. Mensen zoals ik; andere dieselmotors.

Ik heb namelijk zelf ervaren hoe het is als je niet afvalt. Terwijl je het idee van Weg met de Weegschaal wel begrijpt en ook eet volgens die principes.

Ik ben dit jaar begin januari gestart met Weg met de Weegschaal. De theorie sprak me meteen heel erg aan. Maar mijn lichaam heeft, na het vele lijnen, best lang nodig gehad om aan deze manier van eten te wennen. Ongeveer een half jaar na de start (deze zomer dus) ben ik ineens heel langzaam af gaan vallen. Ik voel me daar heel prettig bij. In ongeveer 4 maanden ben ik nu zo’n 4 kilo afgevallen. Lekker langzaam dus, daarom voel ik me er ook heel goed bij.

Ik had op een gegeven moment besloten dat ik ook als ik geen enkele kilo zou verliezen, toch alleen nog maar goed voor mezelf wil zorgen. Door gezond en lekker te eten. En suiker en light- producten bijna volledig te laten staan (de jaren ervoor dronk ik elke dag cola light en at ik ongeveer elke dag een eierkoek). Die zoete smaak vind ik ook echt niet meer lekker.
En af en toe heb ik ineens ergens zin in, zoals pas in chocoladepepernoten. Daar heb ik heerlijk van gesnoept, maar redelijk snel heb ik er dan ook weer genoeg van. De rest van de zak heb ik de volgende dag op mijn werk getrakteerd. Ik eet niet meer door als ik klaar ben met proeven. Dat is echt veranderd.

In oktober hebben mijn man en ik ongeveer vier weken rondgetrokken door Amerika. Zelfs daar is het langzame afvallen doorgegaan: ik was bij terugkeer een kilo lichter dan toen ik vertrok. Ondanks de grote porties in Amerika. Maar de portie is niet langer leidend: dat is mijn eigen gevoel.

Verder ben ik totaal verwonderd dat ik verlost ben van veel kwalen, waarvan zelfs de artsen me al zo vaak hebben verteld dat ik er maar mee moest leren leven. Daar ben ik dagelijks helemaal van ondersteboven. Ik dacht niet dat ik dat nog ooit zou meemaken. Sommige kwalen had ik al meer dan tien jaar!

Nou, al met al wil ik dit delen met nieuwe leden. Misschien dat jullie je de eerste maanden ook wel eens afvragen of het wel de moeite waard is om door te zetten bij moeilijke momenten. Dat heb ik me ook afgevraagd in het begin (je wordt namelijk toch cynisch als je al heel wat hebt geprobeerd op het gebied van afvallen).

Ik ben zoveel gelukkiger en rustiger dan de afgelopen jaren en dat gun ik iedereen. Het afvallen is daarbij mooi meegenomen. Maar belangrijker was het gevoel dat het er niet meer toe deed. Dat gezond leven een enorm cadeau is aan jezelf. Ineens was het volledige besluit er: ik blijf zo eten, dit is goed voor me. Het afvallen kwam pas later.

Mocht je het even moeilijk hebben: ik wens je veel succes en vooral heel veel geluk en rust!

Hartelijke groet,

Merel