Tag archief: discipline ongezonde gewoontes doorzetten volhouden eetbuien bewegen sporten

Mensen lastigvallen

Hoe makkelijk of moeilijk vind je het om iets van anderen te vragen? Je partner vragen om steun, je ouders vragen om geld, je vrienden vragen om gezelschap, een voorbijganger vragen om informatie, een collega of je baas vragen om advies… Misschien denk je dat je die mensen lastigvalt. Dat ze je niet meer aardig zullen vinden of dat ze je dom of zwak vinden. Je kunt ook bang zijn dat ze nee zeggen zodat je je afgewezen voelt. Dat kunnen redenen zijn om het dan maar niet te vragen.

Als je het omkeert, kun je merken dat de redenering niet klopt. Op het moment dat iemand jou om hulp, steun of informatie vraagt, wat gebeurt er dan? Vind je die persoon een slappeling? Waarschijnlijk voel je je belangrijk en gewaardeerd. Dat is een prettig gevoel. Het kan zijn dat mensen je juist leuker gaan vinden als jij ‘ook eens hulp nodig hebt’. Elkaar steunen is een manier om een band op te bouwen. Als jij degene bent die altijd maar geeft en nooit durft te vragen, zou een ander zich minderwaardig kunnen gaan voelen in jouw buurt.

Een deel van wat je nodig hebt om af te vallen en lekker in je vel te zitten, moet bij anderen vandaan komen. Kom je dingen tekort omdat je hen niet vraagt om jou dingen te geven?

Waarom krijg ik zin in zoet, kort na het avondeten?

Deze vraag krijg ik heel vaak. Ik denk dat veel mensen het dus herkennen, dat je vrij kort na het avondeten zin krijgt in iets zoets. Die zin kan ook nog heel sterk zijn. En misschien vind je het helemaal geen goede zaak dat je gaat zitten snoepen kort na het eten.

Dus hoe komt het? In ieder geval heel goed als je jezelf die vraag stelt. Dat helpt beter dan tegen jezelf zeggen dat het stom is om te snoepen. Daardoor ga je namelijk vervelend voelen en dan zou het wel eens kunnen dat je behoefte krijgt aan nog meer zoetigheid als troost…

Er zijn verschillende oorzaken te bedenken van zin in zoet na het avondeten. Misschien geldt er eentje voor jou, of zelfs meer dan een. Ik geef drie belangrijke:

1. Als je te weinig hebt gegeten ’s middags, ben je erg hongerig tegen de tijd dat je avondeten krijgt en dan is je bloedsuikerspiegel waarschijnlijk behoorlijk laag. Hopelijk eet je bij je avondeten gezonde, voedzame dingen. Het kost je lichaam even tijd om die te verwerken en de energie naar je bloed te sturen. Dus direct na je avondeten is je bloedsuikerspiegel nog steeds laag. En vraagt je lichaam of je alsjeblieft wat snelle energie kunt sturen!
Dat is natuurlijk niet de beste oplossing. Het werkt veel beter om in de middag tijdig iets voedzaams te eten, zodat je met normale trek en een stabiele bloedsuikerspiegel bij je avondmaaltijd aankomt.

2. Als je de hele dag druk bent geweest met je hoofd en nauwelijks op je lichaam gelet hebt, is je avondeten misschien het eerste moment dat je even ’tot jezelf komt’. Of misschien gebeurt dat zelfs pas nadat je de afwas hebt weggewerkt en eindelijk op de bank kan gaan zitten. Dan kan er een sterk gevoel ontstaan als ‘en nu ik!’. En wie weet gun je jezelf dan wat lekkers. Iets zoets bijvoorbeeld, omdat je bij je avondeten die smaak nog niet hebt gehad.
De oplossing: overdag vaak genoeg aandacht besteden aan je eigen behoeftes, ook die van je lichaam.

3. Eet je vaak iets zoets na het avondeten (bijvoorbeeld door bovenstaande twee dingen), dan ontstaat er een gewoonte. Je hele systeem rekent op dat zoetmoment, want het komt toch elke dag? Doe je het dan een keer niet, dan zegt jouw systeem: “Hee, nu komt er toch altijd iets zoets? Waar blijft het?”.
Het enige wat werkt: de gewoonte doorbreken. Het helpt al een beetje als je op een andere plek gaat zitten of iets anders verandert, zodat je niet in je standaardpatroon schiet. Maar daarnaast kun je jezelf gewoon inprenten dat het een kwestie van volhouden is. Een paar keer iets anders doen dan snoepen en je nieuwe gewoonte is in de maak!

Meijkes ongezonde neigingen

Voor wie nog steeds denkt dat ik geen ongezonde neigingen heb, hier komen de belangrijkste! Ik zal alleen die dingen noemen, die ik nog steeds heb…

1. Ik heb een grote voorliefde voor dingen die zoet zijn en smelten. Denk aan schuimpjes, mokkataart, negerzoenen enzo.
2. Als die in de kast liggen of op tafel staan, blijf ik ervan eten.
3. Als ik ´s ochtends niet meteen mijn sportkleren aantrek om kort na het ontbijt Zumba te gaan doen, kan ik me er de rest van de dag niet toe zetten.
4. Als ik eenmaal achter mijn laptop zit, wil ik er liever niet meer achter vandaan.
5. Bij sportieve activiteiten blijf ik het liefste langs de kant zitten.
6. Zelfs als ik negen uur achter elkaar heb gewerkt, krijg ik de neiging om ´s avonds weer te gaan werken.
7. Als ik geen zin heb in chips en mijn vriend gaat ze eten, dan wil ik ze toch eten.
8. Ik vergelijk mijn eigen prestaties met die van anderen om te zien of ik het wel goed genoeg doe.
9. Ik lig liever op de bank een film te kijken dan dat ik naar buiten ga.
10. Als ik mezelf zielig vind, wil ik iets kopen dat zoet is en smelt.
11. Ik wil altijd precies drie taken meer plannen op een dag, dan ik af kan krijgen.

En dan de clou: het gaat er niet om of je ongezonde neigingen hebt. Die heeft iedereen. Ik kan uitleggen waarom, maar dat is een heel verhaal en dat is voor een andere keer. :-)
Het gaat erom of je bij zo’n neiging bedenkt of je je goed gaat voelen door het werkelijk te doen. Soms is dat zo, maar meestal niet. Als het niet zo is, kun je de discipline opbouwen om datgene te doen waar je je wel goed door gaat voelen.