Tag archief: buffet

Enge winkel

freeimage-2578503-webKort geleden heb ik kennisgemaakt met de winkelketen Primark. Ik had begrepen dat het een winkel was waar erg goedkope kleding verkocht werd en ik stapte nieuwsgierig even binnen. Hoewel het maandag was, was het vol en liepen er overal mensen met een rolmandje… helemaal vol gegooid met kledingstukken. En toen zag ik de prijzen op de rekken: 2 euro, 3 euro, 4 euro.

Op dat moment gebeurde er iets engs: ik kreeg de neiging om precies hetzelfde te doen als al die andere mensen. Een mandje pakken en er dingen ingooien. Er hingen namelijk best leuke shirtjes op het eerst rek dat ik tegenkwam. En dat voor 2 of 3 euro. Dan kun je wel tien dingen kopen voor de prijs die je normaal voor één shirt betaalt! Wat een kans! Met andere woorden: ik werd gegrepen door de menselijke drang om meer te hebben dan ik nu had, om buitenkansjes te grijpen en vooral niets tekort te komen. Een drang die ons ver gebracht heeft in schaarste – en die ons nu, in onze situatie van overvloed, heel vaak in de problemen brengt.

Want stel je voor dat ik een mand vol kleding had afgerekend (te warm om ze te passen, maar voor die paar euro kun je geen miskoop doen, toch?). Die kledingstukken waren niet speciaal geweest, want ik hoefde er niet voor te sparen, niet te kiezen. Ik hoefde ze alleen maar in te laden. Terwijl ik niet eens iets nodig had. Niet echt. Meer kleding hebben voor weinig leek gewoon zo mooi. Maar volgende week zou dat weer mooi zijn en de week daarop weer. Zo leer je jezelf om nooit genoeg te hebben.

Deze behoefte hoort bij iets wat we ‘hedonistisch geluk’ noemen: de behoefte aan genot en comfort op de korte termijn. Hebben, nu, voor mij! Je kunt het vergelijken met het effect dat een groot buffet heeft op mensen, of een barbecue met veel verschillende soorten eten. Je wilt alles hebben en je bent bang dat je ergens naast grijpt. Als je je slag geslagen hebt, volgt lang niet altijd plezier en voldoening, want er is altijd meer te halen.

Hedonistisch geluk maakt ons leven mooier als het gecombineerd wordt met eudaimonisch geluk: het gevoel dat je een goed mens bent, dat je dingen doet die kloppen. Daarom kwam ik piepend tot stilstand in die winkel die zo’n eng effect op mij had. Een berg kleding kopen was slecht voor mij, omdat ik het zou doen omdat ik meer-meer-meer wilde hebben en niets tekort wilde komen (terwijl ik al genoeg had). En het was slecht voor iedereen en alles, want het is volstrekt onmogelijk om voor twee euro een kledingstuk in een winkel te hangen zonder dat je heel veel mensen uitbuit en het milieu extreem belast met onverantwoorde trucs. Ik wilde niet het eindpunt van die keten zijn.

Ik besloot de winkel zonder aankopen te verlaten. En dat was moeilijk. Overvloed aan je voorbij laten gaan is heel moeilijk, zelfs als je weet dat hij je niet gelukkiger maakt. Het zou niet gek zijn als jij ook regelmatig voor de bijl gaat. Maar als je gelukkig, energiek en slank wilt zijn, blijf dan stug met me mee oefenen in het maken van keuzes die echt kloppen voor jou. Dat is prima te combineren met genot: dingen veroveren die je heel graag wilt hebben en daar met je volle aandacht van genieten.

Teveel, te weinig of precies genoeg

Wij hebben als mensheid honderden, duizenden jaren in schaarste geleefd. Daarom denkt iets binnen in ons nog altijd dat je maar beter zo veel mogelijk kunt hebben van de dingen die je nodig hebt. Twee huizen hebben is beter dan één huis. Een tafel vol eten is beter dan één bord vol eten. Vijf planken met kleding is beter dan één plank. Enzovoort.

Alleen leven we tegenwoordig in overvloed. Er is heel veel en er kan heel veel. Daardoor werken onze oerneigingen vaak averechts. Ten eerste omdat we overbelast raken. Als alles kan, kun je gaan denken dat alles ook moet. Je moet in alles succesvol zijn en alles goed doen. Dat levert een takenlijst van een halve meter op en telkens als je één ding afstreept, komen er drie dingen bij. Je bent dus nooit klaar.

En tegelijkertijd gaat het bijzondere er snel vanaf, als er zoveel aanbod is. Een lekker koekje eten is bijzonder – als je het eens in de week krijgt en de rest van de tijd zijn ze er niet. Als je het vier keer per dag pakt uit een volle trommel, of je eet een heel pak achter elkaar leeg, dan zul je nauwelijks proeven. Je denkt vooral aan het volgende koekje, want dat ligt al voor je klaar. Als je de eerste tien mensen verzamelt op Hyves of Facebook is het nog spannend, maar nummer 201? En een paar dagen weggaan naar een stad in het buitenland is geweldig – tenzij het de vierde keer dat jaar is.

Ik heb eens de uitspraak gehoord: “de grootste vijand van ‘goed’ is ‘beter'”. Dat is denk ik vaak waar: wie het goed heeft en alleen maar streeft naar ‘het beter krijgen’, zal veel plezier en voldoening mislopen. Misschien heb je net als ik steun aan deze richtlijn, om je oerneigingen in goede banen te leiden:

Geef alles weg wat je niet nodig hebt en behoud de dingen die je echt niet kunt missen.