Categorie archief: Eten kiezen

Net zo goed eten voor minder geld – Deel 2

Deel 2: Het verschil tussen nodig en extra

Als je je geld goed wilt besteden, zou je onderscheid kunnen maken tussen twee soorten voedingsmiddelen:

  1. De voedingsmiddelen die je nodig hebt voor je dagelijkse voeding.
  2. De voedingsmiddelen die ‘extra’ zijn, dus die je voor je plezier koopt.

Mijn advies zou zijn, om die eerste soort ook als eerste te regelen. Het zijn de dingen die op je basis boodschappenlijst thuishoren (of als eerste in je mandje of karretje moeten belanden als je liever zonder lijstje boodschappen doet). Bij mij zijn dat bijvoorbeeld groente, fruit, brood, aardappels/granen, melk, yoghurt, eieren en vlees.

De andere groep omvat dingen die ik niet nodig heb, maar waar ik soms wel zin in heb. Hier komt het verschil naar voren tussen honger en zin in een specifieke smaak. Daar hebben jullie misschien al eerder over gelezen in een van mijn boeken of mijn blog. Heel belangrijk: zin in iets lekkers hoor je niet te kunnen voorspellen!

Kun je het wel voorspellen, dan is het waarschijnlijk geen zin in eten, maar een behoefte aan een cadeautje voor jezelf. Een moment op de dag dat je jezelf iets ‘gunt’. Dat ‘iets’ is niet eten, maar bijvoorbeeld rust, gezelligheid, troost, afleiding of ontspanning. Je kunt daar eten of drinken bij gebruiken als hulpmiddel, maar het is wel handig om regelmatig te checken of je dat ook wilt. Eten is namelijk geen troost of ontspanning. Dus als je eten neemt op zo’n moment, krijg je dan wel wat je echt nodig hebt? Ben je achteraf echt voldaan en tevreden?

Oh, en eigenlijk had ik het over geld. Als je naar je uitgaven kijkt bij de boodschappen, welk deel bestaat dan uit ‘extra’ voedingsmiddelen? En als het een groot deel is, zorgen die producten allemaal voor echt genot en plezier? Want anders kun je opnieuw overwegen of je ze standaard wilt kopen. Je kunt er ook weer iets bijzonders van maken, door zo’n product speciaal te gaan kopen op het moment dat je er echt zin in hebt.

Net zo goed eten voor minder geld – deel 1

Deel 1: Wat is ‘goed’?

Het viel ons op dat we de afgelopen maanden steeds meer geld waren gaan uitgeven aan onze ´gewone´ boodschappen. Daar is winst te halen! Voor de liefhebbers maak ik er een serie blogs over. De centrale vraag: hoe kun je net zo goed blijven eten, maar voor minder geld?

Een handige eerste vraag daarbij kan zijn: wat is voor jou eigenlijk ‘goed eten’? Wat vind jij belangrijk? Dat het vult, dat het jou goed smaakt, dat het een goede voedingswaarde heeft, dat je gezin of partner bereid is om het op te eten, dat het milieu niet onnodig belast wordt, nog iets anders?

Als je hier zegt: “Nou, al die dingen,” dan heb je nog een extra taak te volbrengen: kies wat het belangrijkste is. Want alles belangrijk maken, betekent waarschijnlijk dat je de hoofdprijs betaalt voor je eten. En als je straks wilt besparen, moet je niet gaan besparen op de dingen die het allerbelangrijkste zijn, want dat voelt niet goed. Je moet dus weten waar het bij jou om draait.

In mijn geval valt de keuze op: ik wil graag eten kopen dat alle voedingsstoffen bevat die ik nodig heb en dat het milieu niet onnodig belast.
(Dat klinkt allemaal heel verantwoordelijk misschien, maar ik vertrouw op mijn eigen creativiteit om het eten lekker klaar te maken, dus daar hoef ik me bij de boodschappen nog geen zorgen om te maken. Jij hoeft het niet hetzelfde te zien als ik; maak er dus een persoonlijke keuze van en laat je niet gek maken.)

Hunkeren naar eten

In de Telegraaf van woensdag stond een artikel waarin onderzoekster Dorothy Virtue vertelt naar welk type eten je hunkert bij verschillende stemmingen – en wat gezonde alternatieven zijn. Hieronder lees je het artikel.

Zo’n zelfde lijstje heb ik in het boek ‘Weg met de Weegschaal’ gezet op basis van mijn eigen observaties, dus vond ik het leuk om te zien dat het officieel door onderzoek onderbouwd is. Alleen heb ik er niet bij vermeld wat de ‘gezonde alternatieven’ zijn om te nemen bij elk van die emoties.

Dat zou ik nu nog steeds niet doen eerlijk gezegd. Want is het niet een kromme redenering om te zeggen: “als je behoefte aan een knuffel hebt, kun je beter ontbijtkoek eten dan cake”? Ik zou zeggen: als je behoefte aan een knuffel hebt, regel dan die knuffel. Of ga kijken hoe je in die stemming gekomen bent, zodat je volgende keer eerder kunt ingrijpen en je beter blijft voelen.

P.S. Als ik behoefte heb aan toffees, krijg je er bij mij geen suikervrije dropjes in hoor. :-)

– – – – –

De Telegraaf, 28 september 2011

Waarom we eetbuien hebben

AMSTERDAM – Opeens heb je een ongekend verlangen naar snoep, chips en chocolade. Zodra je eraan toegeeft, kun je niet meer stoppen!

Iedereen kent het wel: je hebt eindelijk de keuze gemaakt om gezond te eten. De koekjes en chips belanden in de kliko en de koelkast puilt uit met groenten en fruit. Je voelt je gezond en gelukkig, maar dan komt op het werk een schaal met cakejes voorbij… ‘eentje kan toch geen kwaad?’ Voordat je het doorhebt, heb je er al twee naar binnen gewerkt en zijn al je goede voornemens verdwenen. Psychotherapeut Dr. Dorothy Virtue onderzocht alle soorten ‘hunkeringen’ en kwam erachter op welke momenten we naar specifiek eten verlangen. De opvallende resultaten deelde Dorothy met The Daily Mail.

Knapperig

Boos, bitter en gefrustreerd? Dan heb je waarschijnlijk zin om die zak chips leeg te eten. Eten dat ‘kraakt’ zoals popcorn en crackers helpt bij het verlichten van spanning in het lichaam.

Alternatief: selderij, worteltjes, rijstwafels en appels

Romig

Angstig, onzeker, beschaamd en schuldig? Dan hunker je sneller naar romig en zacht voedsel, zoals ijs of kaas, omdat dit ontspannend en troostend zou zijn. Stofjes die in melk zitten, werken rustgevend en geven een ‘feel-good’ gevoel. Daarnaast zorgt de suiker voor meer energie en een betere stemming en werkt de romige, gladde textuur geruststellend.

Alternatief: 30+ kaas, avocado’s, Griekse yoghurt met vers fruit

Plakkerig

Lang onderdrukte gevoelens van jaloezie, verwarring of afkeer? Dan is de drang om op iets te kauwen hoog, omdat dit spanning en verwarring helpt te verminderen. Toffees, kauwgom en noga zijn vaak boosdoeners.

Alternatief: magere mozzarella, suikervrije dropjes en kauwgom

Koolhydraten

Gestrest of gespannen? De geur, textuur en smaak van brood, rijst en pasta hebben een sterk stemmingsveranderende eigenschap. Als je toegeeft aan deze hunkering heb je meer kans op gewichtstoename omdat het lichaam op dat moment denkt dat het in gevaar is, doordat je bloot staat aan veel stress. Je lichaam gaat vervolgens over in ‘overlevingsmodus’ en slaat alles direct op als vet, voor mindere tijden.

Alternatief: roggebrood, zilvervliesrijst, sesamcrackers, taugé

Cake en koekjes

Net als koolhydraten, geven cakejes en koekjes een rustgevend gevoel. Het weerspiegelt een verlangen naar troost en geruststelling, dus het is echt ‘comfort food’. Wat je dus eigenlijk zegt is ‘ik heb een knuffel nodig’!

Alternatief: Indische cake, volkerenbeschuit, ontbijtcrackers, plakje ontbijtkoek

Chocolade

Teleurgesteld in een relatie of juist behoefte aan liefde? Dan wenden we ons sneller naar chocolade. Het bevat namelijk een stofje dat voor gelukkige gevoelens zorgt.

Alternatief: pure chocolade, zelfgemaakte smoothie met cacao

Pittig

Hunker je naar meer opwinding en intensiteit in je leven? Pittige, zure of exotische voedingsmiddelen geven het gevoel van sensatie, nieuwigheid en verandering.

Alternatief: radijsjes, augurken, chilisaus, gemberthee

Heb je je toch laten gaan?

Lukt het toch niet om jezelf onder controle te houden, dan kun je altijd nog je keuken de schuld geven. Want wat we daar het eerste zien, willen we het liefste eten. Zorg er dus voor dat ongezonde snacks verstopt zijn en je keuken vol ligt met groente en fruit. Stop de ongezonde dingen achterin de koelkast en zet de salades voorin.

Het volgende kan ook helpen:

  • Schilder je keukenmuren in natuurlijke tinten. Felle kleuren geven te veel prikkels wat ervoor zorgt dat je sneller en meer eet. Donkere kleuren stimuleren langzamer eten;
  • Een aparte eetruimte houdt alle lekkere geurtjes buiten, waardoor je minder snel nog een keer opschept;
  • Kleine borden, kommen, bestek en opscheplepels zorgen ook voor kleinere porties;
  • Kies voor dichte keukenkastjes zodat je niet ziet wat voor lekkers erin staat;
  • Eet niet voor de tv of computer, eet liever aan tafel. Dan ben je bewuster bezig met wat je eet en kun je beter aanvoelen wanneer je genoeg hebt gehad.

 

Toch geen water drinken?

De afgelopen weken kwam ik een paar keer (nieuws)berichtjes tegen dat het advies om dagelijks water te drinken ter discussie gesteld was. Met andere woorden: ‘je moet je maar niet te druk maken als je weinig water drinkt en misschien is het zelfs slecht voor je om veel water te drinken’.

Omdat niet alle berichten duidelijk geformuleerd waren (omdat ‘er is iets geroepen maar er is geen nieuws’ nu eenmaal geen nieuws is), probeer ik even de logica weer terug te brengen in het verhaal.

  1. Als je meet hoeveel vocht wij gemiddeld kwijtraken op een dag (door plassen, zweten, uitademen) en hoeveel we binnenkrijgen (door vocht in voeding en in de lucht die we inademen), blijkt dat er 1,5 liter ontbreekt. Dat zou je dus moeten drinken op een dag om het evenwicht in stand te houden.
  2. Er lijkt geen bewijs te zijn dat extra veel water drinken goed is en zoveel water kan je lichaam ook belasten. Behalve als het warm is of je veel zweet natuurlijk, dan verlies je namelijk ook meer water.
  3. Er werd in de nieuwe berichten aangegeven dat de bedrijven die water verkopen je graag wijsmaken dat je flesjes water moet kopen en leegdrinken om gezond te blijven. In Nederland hebben we prima kraanwater, dus dat hoeft niet. Al die flesjes zijn nog slecht voor het milieu ook.
  4. Vocht uit andere dranken telt ook mee voor je anderhalve liter, behalve alcoholische drank (omdat het afbreken van alcohol veel water vraagt). Van koffie en zwarte thee wordt ook wel gezegd dat het minder effectief is, maar het effect is zeker niet nul.
  5. Een belangrijker argument om water te kiezen in plaats van fris, lightdrank, sap, koffie of thee zou kunnen zijn: als je lichaam dorst heeft, wil het water. Als je dat toch gaat wegklokken of gedachtenloos gaat opdrinken, waarom zou je er dan een smaakje bij moeten hebben? En misschien zelfs suikers of andere stofjes, waar je lichaam op dat moment niet om vraagt?
  6. Ga je iets anders drinken dan water, dan kun je wel andere goede redenen hebben dan dorst. Misschien bevat je drankje voedingsstoffen die je graag wilt binnenkrijgen. Of je hebt zin in precies die smaak. Dan wel goed proeven he, slokje voor slokje! En stoppen als je genoeg hebt. ;-)
  7. Water drinken als je honger hebt, is net zoiets als eten als je moe bent. Het vervult je echte behoefte niet en houdt je lichaam onrustig.

Een argument dat ook opduikt in de berichtgeving, is dat je ‘gewoon’ naar de behoeftes van je lichaam kunt luisteren en de aanbeveling van hoeveel je moet drinken, naast je neer kunt leggen. In beginsel vind ik dat een mooi uitgangspunt, want je lichaam kan vaak goed aangeven wat het nodig heeft. Dus zou je zeggen: drink als je dorst hebt.

MAAR! We zijn zoveel met ons hoofd bezig tegenwoordig, dat we vaak onze aandacht niet bij ons lichaam hebben. En als je iets voelt in je lichaam, is de vraag of je altijd weet te herkennen welke behoefte je nou voelt. Zo dronk ik in mijn tienertijd bijna nooit iets en ik voelde ook geen dorst. Ik had wel altijd hoofdpijn, maar dat verband zag ik niet. Wist ik veel. Toen ik regelmatig water ging drinken, was die hoofdpijn wel binnen de kortste keren weg!

Misschien is een goede richtlijn dus wel: als je veel aandacht hebt voor je lichaam en je behoeftes en ze goed weet te herkennen, ga dan gerust af op je dorstgevoel. Heb je dat niet, of twijfel je, mik dan op 1,5 liter water of kruidenthee per dag. Ander drinken meetellen mag ook, maar neem dat andere drinken alleen als het je wat extra’s oplevert. En als je veel zweet of het is erg warm, neem dan wat extra.

Hormonen en afvallen

afvallen dieet afslanken lijnen hormonen hormoonfactorOmdat zoveel mensen problemen hebben met hun gewicht, wordt er continu onderzoek gedaan naar de oorzaken. Een van de aandachtsgebieden is daarbij je hormoonsysteem.

Voorbeelden van hormonen die met je gewicht te maken hebben:

  • Cortisol: het hormoon dat aangemaakt wordt bij chronische stress. Het zorgt onder andere dat je lichaam van alles gaat doen om te overleven. Energie en vocht vasthouden bijvoorbeeld en spieren afbreken.
  • Insuline, dat regelt dat suiker vanuit je bloed naar je cellen laat gaan – of op andere manieren uit je bloed laat verdwijnen als er teveel suiker in zit.
  • Ghreline, een hormoon dat je eetlust opwekt en leptine, dat je een verzadigd gevoel geeft.
  • Mannelijke en vrouwelijke hormonen (die mannen en vrouwen overigens beiden hebben): testosteron zorgt bijvoorbeeld voor spieropbouw, terwijl teveel oestrogeen of te weinig progesteron er juist voor kan zorgen dat je meer vet vasthoudt.

Dit zijn maar een paar hormonen. En om het allemaal nog ingewikkelder te maken, beïnvloeden ze elkaar ook nog allemaal. Maar natuurlijk geef ik liever het goede nieuws. Hier komt het.

Om je hormoonsysteem in balans te houden, hoef je niets geks te doen.

Het draait gewoon weer om genoeg slapen, gezonde, pure producten eten als je honger hebt, zorgen voor voldoende ontspanning, elke dag water drinken en regelmatig bewegen (zonder daarbij extreem zwaar te sporten). Dus zelfs als je alles over die hormonen weer vergeet en gewoon goed voor jezelf zorgt, doe je het prima.

Nog meer goed nieuws: al die hormonen beïnvloeden elkaar, dus ook andere problemen of klachten die je hebt die met hormonen te maken hebben, kunnen aanzienlijk minder worden als je goed voor jezelf gaat zorgen. Bijvoorbeeld een slechte huid, geen zin in seks of overgangsklachten.

Oh ja, en het is sowieso erg fijn om je fit, aantrekkelijk en ontspannen te voelen.

Apport!


Ik heb een kat die apporteert. Normaal doen honden dat: je gooit een bal weg en dan gaan ze hem halen en leggen hem naast je neer. Onze andere kat apporteert niet. De meeste katten doen het volgens mij niet. Yoki wel.

Het gaat als volgt: ik zit te werken aan mijn bureau en dan hoor ik wat geschuifel onder mijn stoel. Ik kijk naar beneden en dan ligt er een grijs speelmuisje naast mijn stoel. Dan kijk ik achterom en dan zie ik in de gang, bovenaan de trap, Yoki liggen die me verwachtingsvol aanstaart. Ik gooi vanaf mijn werkplek het muisje met een boog van de trap af en zie Yoki zich er achteraan storten. Een halve minuut later ligt het muisje weer naast mijn stoel en is het de bedoeling dat ik het nog een keer gooi.

Ze houdt dit rustig een half uur vol. Niet mijn meest productieve half uur van de dag, maar ik kan tussendoor best een blogtekst typen ofzo. :-) Nu moet ik het muisje weer even gooien, moment…

Wat hier nou zo leuk aan is, is dat het laat zien dat een levend wezen patronen kan aanleren. Yoki heeft eens een muisje naast mij neergelegd en toen gooide ik het weg. Dat was leuk, dus legde ze het weer naast me neer. En het is voor haar ook helemaal geen vraag of ik het weer ga gooien, ze gaat gewoon klaarliggen naast de trap. Zie daar een apporterende kat.

Bij mensen werkt het net zo. Stel bijvoorbeeld dat je gewend bent om direct na het eten op een bepaalde plek op de bank te gaan zitten en de tv aan te doen. Als je dat zes dagen doet, dan denk je er op de zevende dag niet meer bij na. Je zit al op de bank en hebt de afstandsbediening al in je hand voordat je een besluit hebt genomen over wat je die avond wilt doen.

Als ik Yoki’s muisje niet meer gooi, zal ze dat heel jammer vinden. Haar spelletje is weg, wat nu? Waarschijnlijk gaat ze na een tijdje ronddrentelen in een plant hangen of in de gordijnen om mijn aandacht te trekken. En dan gooi ik toch het muisje maar weer…

Ook dit werkt bij mensen net zo. Als jij op die bank gaat zitten en je mag de tv niet aanzetten omdat je dat beter vindt voor jezelf, dan kun je daar behoorlijk onrustig van worden. Je hebt nog geen andere gewoontes en bovendien: waarom moet je leven zo ingewikkeld zijn? Waarom zou je niet gewoon die tv weer aanzetten? Op een gegeven moment heb je daar genoeg van en dan is de kans groot dat je inderdaad de tv weer aanzet.

Stel nu dat er een moment komt dat ik geen muisjes meer wil gooien. Dan is er een slimmere stap om te zetten: de situatie veranderen. Bijvoorbeeld ergens anders gaan zitten, schoon water in het bakje van de katten gaan doen of een ander speeltje neerleggen ergens in het huis en daar de aandacht op vestigen. Zo lang ik op dezelfde plek in huis zit in dezelfde houding, komt Yoki haar muisje brengen. Als ik er niet zit, doet ze dat niet.

Kortom: als je een gewoonte wilt veranderen bij jezelf, verander dan ook iets in de rest van je patroon. Ga aan de andere kant van de bank zitten. Verplaats spullen. Doe dingen in een andere volgorde. Als je alles hetzelfde blijft doen, is het heel lastig om dat ene ding te veranderen. Verstoor je automatismes, dan lukt het veel beter. Handig om te weten als je goede voornemens hebt…

Het ijsje met de minste calorieen

freeimage-993011-webIk vind het jammer dat er in de zomer altijd allerlei calorievergelijkingen voor ijsjes verschijnen. Ik kan namelijk maar 1 goede reden bedenken om een ijsje te eten:
Je hebt zin in de smaak van dat ene ijsje.

En dan moet je dus niet een ander ijsje nemen, omdat dat minder calorieën bevat!

Er zijn ook andere redenen om een ijsje te nemen, bijvoorbeeld dat je het warm hebt en iets kouds wilt. Of dat je zin hebt in iets lekkers en omdat het zomer is, denk je dan aan ijsjes. Of omdat iedereen een ijsje neemt en je jezelf zielig vindt als jij er geen mag.

Maar mijn ervaring is, dat je dan je echte behoefte niet vervult met een ijsje. Als je koelte zoekt, kan dat ook zonder een ijsje. Als je zin hebt in ‘iets lekkers’ zonder dat dat een specifieke smaak is, betekent het meestal dat je onrust voelt en die gaat niet weg door een ijsje. En als je jezelf zielig vindt als je iets niet mag, moet je jezelf vooral niet het lekkerste ijsje verbieden omdat daar meer calorieën in zitten. Dan kun je beter het lekkerste ijsje nemen en daar echt van proeven. En dan stoppen als het minder lekker wordt.

Dat laatste geldt trouwens ook als je het ijsje voor de smaak had gekozen. In totaal krijg je vaak veel minder calorieën binnen als je een half lekker ijsje eet, dan als je een heel ijsje eet dat minder lekker en calorie-arm is…

P.S. Als ik halverwege genoeg heb van mijn Cornetto, bijt ik wel altijd het onderste puntje van het hoorntje er vanaf voor ik hem wegdoe. :-)

Ik trap er niet in

freeimage-14213051-webZaterdag zat ik tv te kijken (ja, ook ik kijk wel eens tv :-)) en toen zag ik ineens iets geks in een reclameblok. Dat wil ik toch even delen.

Zoals je misschien weet, is ‘calorieen’ een meeteenheid voor energie. Zoals je afstand in meters of kilometers kunt uitdrukken, kun je energie in calorieen uitdrukken (of in joules, maar bij eten doet nog steeds bijna niemand dat). Maar reclamemakers doen net alsof dat niet zo is! Ze doen alsof energie goed is en calorieen fout. Kijk maar:

“Mars geeft je energie.”
“Crystal Clear bevat vrijwel geen calorieen.”

Calorieen ZIJN energie. Maar als je de woorden omdraait, denk ik niet dat de reclame nog werkt:

“Mars bevat calorieen.”
“Van Crystal Clear krijg je geen energie.”

En even voor de duidelijkheid: deze zinnen zijn waar.

Dit vreemde verschijnsel laat zien dat we met zijn allen graag meer energie willen en minder calorieen binnen willen krijgen. De mensen die bij mij en mijn collega’s komen voor advies, hebben vrijwel allemaal problemen met hun energie of met hun gewicht. Heel vaak zelfs allebei.

Een advies als dit ook voor jou geldt: denk even niet meer aan teveel calorieen of te weinig energie. Ga eens terug naar de basis: wat heb jij elke dag nodig? En krijg je dat wel? Anders blijf je vechten tegen jezelf en je lichaam.

Oh ja: en reclames zijn dus niet bedoeld als objectieve informatie, maar om je iets te verkopen. Niets mis mee, maar blijf logisch nadenken!

1 2 3 4