Auteur archief: Meijke

Afvallen na je vijftigste

Plusonline en Valtaf hebben een onderzoek gedaan, waaruit blijkt dat 94% van de 55-plussers wil afvallen. Maar het lijkt ze wel moeilijk, want ze hebben het idee dat hun stofwisseling trager is geworden met de jaren.

Daar heb ik goed nieuws en slecht nieuws over. Om maar met het slechte nieuws te beginnen: bij de meeste mensen wordt de stofwisseling inderdaad steeds trager vanaf een leeftijd van dertig, vijfendertig jaar. Heel vroeger werden we namelijk niet zo oud. En dan was 30/35 zo ongeveer de leeftijd dat je kleinkinderen kreeg. Je kinderen namen het meeste fysieke werk over.

Het menselijk lichaam probeert alles zo efficient mogelijk te doen. Dus een lichaam dat de levensfase bereikt waarbij minder zware inspanningen horen, gaat minder investeren in spieren en uithoudingsvermogen. Het gaat rustig aan doen. Inderdaad, de stofwisseling vertraagt.

Tot zover het slechte nieuws. Het goede nieuws is, dat je lichaam in deze situatie ook minder eten nodig heeft. Het vraagt dus ook om minder eten: je krijgt minder vaak honger en hebt aan kleinere porties genoeg. Dat mensen vanaf hun dertigste vaak zwaarder worden, komt dus niet omdat hun lichaam de mist ingaat. Het komt omdat ze de signalen van hun lichaam niet opmerken, of er niet op reageren.

Er zijn allerlei dingen die je kunt doen om na je dertigste, veertigste, vijftigste of zestigste slank en fit te blijven en lekker in je vel te zitten. Tenminste, als je bereid bent om er discipline voor op te brengen. Die hoef je niet te gebruiken om honger te lijden of jezelf af te beulen. Het draait om goed voor jezelf zorgen, bijvoorbeeld door voldoende te slapen, voldoende water te drinken, dagelijks te bewegen om je spieren in conditie te houden, iets goeds te eten als je honger hebt en te stoppen als je genoeg hebt. En als je geen honger hebt maar wel wilt (door)eten, goed op te letten wat je echte behoefte is en hoe je die kunt vervullen.

Hier zitten pittige leerprocessen bij. Gelukkig zijn het processen die je meer plezier en diepgang opleveren in je leven. En naarmate je ouder wordt, nemen je wijsheid in inzicht toe. Wie weet heb je zelfs meer tijd voor je persoonlijke ontwikkeling. Daar ligt een mooie kans.

www.wegmetdeweegschaal.nl

Laat het alsjeblieft (niet) aan mij liggen

Het is niet leuk als iets aan jou ligt. Als er iets niet goed gaat en jij bent degenen die het moet oplossen. Als dat betekent dat je dingen moet doen die je niet kent. Die je eng vindt, omdat je niet weet wat de gevolgen zijn. Zodat je geen grip voelt. De grip die je wel voelt als je je oude vertrouwde gedrag aanhoudt. Dat niet blijkt te werken. Het is niet leuk als alles erop wijst dat je iets moet veranderen.

Het is fijn als iets aan jou ligt. Als er iets niet goed gaat en jij kunt zelf iets doen om het op te lossen. Als je nieuwe dingen durft te proberen, ook al weet je de uitkomst niet. Als je ontdekt dat je meer mogelijkheden en talenten had dan je eerst dacht. Als je de moeilijkheden overwint, je discipline inzet om je nieuwe gedrag te oefenen. Je angsten opzij weet te zetten. Ontdekt dat het anders zit dan je dacht en dat het wél kan. Als je ontdekt dat je iets in positieve zin hebt weten te veranderen. En je leven een stukje beter hebt gemaakt.

Laten we hopen dat het aan jou ligt. En niet aan het lot, de wereld of andere mensen. Wat zou dat geweldig zijn! Moeilijk, en geweldig.

Niks ´elk pondje gaat door het mondje´

Misschien is het soms nodig om mensen eraan te herinneren dat eten ergens blijft als je het opeet. Dat je lichaam het eten uit elkaar haalt en alle stofjes gebruikt of bewaart (behalve gif en afvalstoffen). Maar toch vind ik het een stom gezegde: ‘Elk pondje gaat door het mondje’. Het suggereert dat mensen aankomen omdat ze teveel eten en dat dat altijd op dezelfde manier gebeurt. En dat klopt niet.

Zo kan het gebeuren dat twee mensen hetzelfde eten en dat de een dan aankomt in gewicht en de ander afvalt. Ook als die mensen even lang en even zwaar zijn en van hetzelfde geslacht. Als je bijvoorbeeld een andere stofwisseling hebt dan een ander of een ander activiteitenpatroon, ontstaan er meer of minder pondjes. Terwijl je hetzelfde in je mondje stopt.

‘Elk pondje gaat door het mondje’ lijkt ook de suggestie te doen dat het goed is om minder te eten, vooral als je te zwaar bent. Er zijn heel, heel veel mensen die elke dag proberen om weinig te eten in de hoop dat ze daar slank van zullen worden. Want als er niets door je mondje gaat, krijg je geen pondjes, toch? En dan moet je lichaam wel vet gaan afbreken, toch?

Het is al een tijdje bekend dat weinig eten vaak averechts werkt. Je lichaam raakt ervan in de stress en gaat minder verbranden. Dat maakt de lijner trager, somberder en minder fit. En het afvallen gaat niet volgens plan. Als je lichaam eindelijk zijn zin krijgt en jou weer aan het eten krijgt, kom je vervolgens heel hard weer aan.

Zojuist is weer een onderzoek gepubliceerd dat het rampzalige effect van lijnen verder laat zien. In California is aangetoond dat het lichaam meer cortisol gaat aanmaken als je gaat lijnen. Cortisol is een stresshormoon. Logisch dat je lichaam dat gaat aanmaken bij hongersnood. Maar wel heel vervelend, want cortisol zorgt dat er meer vet wordt opgeslagen in je buikholte. En laat dat nou de laatste plek zijn waar je vet wilt opslaan, want buikvet verhoogt je kans op allerlei ziektes.

Los daarvan ga je je dus gestrest voelen als je lijnt. Vandaar dat vrijwel niemand het volhoudt. Bij chronische stress krijg je namelijk zin in eten.

Niet doen dus, lijnen! Wel doen: genoeg slapen, genoeg ontspannen, genoeg water drinken, lekker blijven bewegen en iets goeds eten als je honger hebt. Het hoeft niet in een keer goed, maar elk stapje helpt. Zowel om je goed te voelen, als om een goed gewicht te krijgen.

www.wegmetdeweegschaal.nl

Je lichaam stress bezorgen door te eten

Nou heb ik toch altijd gedacht dat gevarieerd eten belangrijk was, omdat je dan allerlei verschillende voedingsstoffen binnen kreeg. Lees ik net een hele andere uitleg van professor Michael Mueller van Wageningen Universiteit. Hij zegt dat die variatie helpt om je lichaam stress te bezorgen en dat dat goed is.

Dat klinkt vreemd, maar zijn uitleg is wel interessant. Eerst wat basiskennis, voor ik er meer over vertel. Als je lichaam meer energie binnenkrijgt dan het kan verbruiken, slaat het die energie op in de vorm van vet. Dat vet komt onder je huid te zitten, maar ook rondom je organen zoals je lever. Die vetcellen zijn gevoelig voor ontstekingen. Hierdoor kunnen je organen beschadigd raken of slechter gaan functioneren. Via je bloed verspreidt het ontstekingseffect zich door je lichaam.

De chronische ontsteking in het lichaam zou een belangrijke verklaring kunnen zijn voor het grotere risico dat mensen met overgewicht hebben op onder andere kanker, hart- en vaatziekten en diabetes. Hier wordt veel onderzoek naar gedaan.

Er is ook goed nieuws, en daarmee komen we bij professor Mueller. Hij benadrukt dat een mensenlichaam zich heel goed kan aanpassen en heel veel problemen zelf kan oplossen. Als je je lichaam regelmatig ‘uitdaagt’, wordt het getraind om nieuwe problemen aan te kunnen. Zo’n uitdaging voor je lichaam is bijvoorbeeld om het steeds ander eten te geven. Daarmee bezorg je het een klein beetje stress, maar wel hanteerbare stress. Het gevolg is dat het grotere stress beter aankan. Bijvoorbeeld een keer heel vet eten.

Als ik zit te eten, vind ik de gedachte ‘ik bezorg mijn lichaam nu stress’ niet zo rustgevend. Maar ‘ik train mijn lichaam om alles aan te kunnen’ weer wel. En daarnaast blijven de andere argumenten om gevarieerd te eten ook overeind: daarmee maak je de kans groter dat je lichaam alles binnenkrijgt wat het nodig heeft. En je proeft nog eens iets nieuws.

www.wegmetdeweegschaal.nl

1 18 19 20